Selected

Original Text
Fred Leemhuis

Available Translations

26 Ash-Shu`arā' ٱلشُّعَرَاء

< Previous   227 Āyah   The Poets      Next >  

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ
In the name of Allah, Most Gracious, Most Merciful.

26:1 طسٓمٓ
26:1 T[aa?] S[ien] M[iem]. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:2 تِلْكَ ءَايَـٰتُ ٱلْكِتَـٰبِ ٱلْمُبِينِ
26:2 Dit zijn de tekenen van het duidelijke boek. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:3 لَعَلَّكَ بَـٰخِعٌ نَّفْسَكَ أَلَّا يَكُونُوا۟ مُؤْمِنِينَ
26:3 Misschien zul jij jezelf van smart nog ombrengen omdat zij niet gelovig zijn. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:4 إِن نَّشَأْ نُنَزِّلْ عَلَيْهِم مِّنَ ٱلسَّمَآءِ ءَايَةً فَظَلَّتْ أَعْنَـٰقُهُمْ لَهَا خَـٰضِعِينَ
26:4 Als Wij wilden, hadden Wij uit de hemel tot hen een teken neergezonden, zodat hun nekken ervoor gebogen zouden blijven. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:5 وَمَا يَأْتِيهِم مِّن ذِكْرٍ مِّنَ ٱلرَّحْمَـٰنِ مُحْدَثٍ إِلَّا كَانُوا۟ عَنْهُ مُعْرِضِينَ
26:5 Geen nieuwe vermaning komt er tot hen van de Erbarmer of zij wenden zich ervan af. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:6 فَقَدْ كَذَّبُوا۟ فَسَيَأْتِيهِمْ أَنۢبَـٰٓؤُا۟ مَا كَانُوا۟ بِهِۦ يَسْتَهْزِءُونَ
26:6 Zij hebben ze immers geloochend, maar de mededelingen over dat waarmee zij de spot dreven zullen tot hen komen. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:7 أَوَلَمْ يَرَوْا۟ إِلَى ٱلْأَرْضِ كَمْ أَنۢبَتْنَا فِيهَا مِن كُلِّ زَوْجٍ كَرِيمٍ
26:7 Of hebben zij niet naar de aarde gezien, hoeveel voortreffelijke soorten Wij erop hebben laten groeien? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:8 إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَـَٔايَةً ۖ وَمَا كَانَ أَكْثَرُهُم مُّؤْمِنِينَ
26:8 Daarin is zeker een teken, maar de meesten van hen zijn niet gelovig. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:9 وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلْعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
26:9 Echter, jouw Heer is werkelijk de machtige, de barmhartige. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:10 وَإِذْ نَادَىٰ رَبُّكَ مُوسَىٰٓ أَنِ ٱئْتِ ٱلْقَوْمَ ٱلظَّـٰلِمِينَ
26:10 Toen jouw Heer Moesa riep: "Ga naar de mensen die onrecht plegen, - Fred Leemhuis (Dutch)

26:11 قَوْمَ فِرْعَوْنَ ۚ أَلَا يَتَّقُونَ
26:11 het volk van Fir'aun [om te zien] of zij niet godvrezend zullen worden." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:12 قَالَ رَبِّ إِنِّىٓ أَخَافُ أَن يُكَذِّبُونِ
26:12 Hij zei: "Mijn Heer ik ben bang dat zij mij van leugens zullen betichten, - Fred Leemhuis (Dutch)

26:13 وَيَضِيقُ صَدْرِى وَلَا يَنطَلِقُ لِسَانِى فَأَرْسِلْ إِلَىٰ هَـٰرُونَ
26:13 en mijn hart is benauwd en mijn tong komt niet los; ontbied Haroen dus maar. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:14 وَلَهُمْ عَلَىَّ ذَنۢبٌ فَأَخَافُ أَن يَقْتُلُونِ
26:14 Zij kunnen mij ook nog op een zonde aanspreken en ik ben dus bang dat zij mij zullen doden." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:15 قَالَ كَلَّا ۖ فَٱذْهَبَا بِـَٔايَـٰتِنَآ ۖ إِنَّا مَعَكُم مُّسْتَمِعُونَ
26:15 Hij zei: "Welnee, ga dus beiden met Onze tekenen heen. Wij zijn met jullie en luisteren." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:16 فَأْتِيَا فِرْعَوْنَ فَقُولَآ إِنَّا رَسُولُ رَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:16 Toen kwamen zij bij Fir'aun en zeiden: "Wij zijn de gezant van de Heer van de wereldbewoners. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:17 أَنْ أَرْسِلْ مَعَنَا بَنِىٓ إِسْرَٰٓءِيلَ
26:17 Laat de Israëlieten met ons gaan." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:18 قَالَ أَلَمْ نُرَبِّكَ فِينَا وَلِيدًا وَلَبِثْتَ فِينَا مِنْ عُمُرِكَ سِنِينَ
26:18 Hij zei: "Hebben wij jou niet als kind grootgebracht en heb jij niet jaren van jouw leven bij ons gewoond? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:19 وَفَعَلْتَ فَعْلَتَكَ ٱلَّتِى فَعَلْتَ وَأَنتَ مِنَ ٱلْكَـٰفِرِينَ
26:19 En jij hebt gedaan wat je gedaan hebt en bent nu een van de ondankbaren." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:20 قَالَ فَعَلْتُهَآ إِذًا وَأَنَا۠ مِنَ ٱلضَّآلِّينَ
26:20 Hij zei: "Dan heb ik het gedaan toen ik nog een van de dwalenden was. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:21 فَفَرَرْتُ مِنكُمْ لَمَّا خِفْتُكُمْ فَوَهَبَ لِى رَبِّى حُكْمًا وَجَعَلَنِى مِنَ ٱلْمُرْسَلِينَ
26:21 En ik ben van jullie weggevlucht toen ik bang voor jullie geworden was, maar mijn Heer heeft mij oordeelskracht geschonken en mij tot een van de gezondenen gemaakt. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:22 وَتِلْكَ نِعْمَةٌ تَمُنُّهَا عَلَىَّ أَنْ عَبَّدتَّ بَنِىٓ إِسْرَٰٓءِيلَ
26:22 Is dat dan genade die jij aan mij bewezen hebt, dat jij de Israëlieten geknecht hebt?" - Fred Leemhuis (Dutch)

26:23 قَالَ فِرْعَوْنُ وَمَا رَبُّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:23 Fir'aun zei: "En wat is dan de Heer van de wereldbewoners?" - Fred Leemhuis (Dutch)

26:24 قَالَ رَبُّ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضِ وَمَا بَيْنَهُمَآ ۖ إِن كُنتُم مُّوقِنِينَ
26:24 Hij zei: "De Heer van de hemelen en de aarde en wat er tussen beide is, als jullie ervan overtuigd zijn." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:25 قَالَ لِمَنْ حَوْلَهُۥٓ أَلَا تَسْتَمِعُونَ
26:25 Hij zei tegen wie er om hem heen stonden: "Horen jullie het niet?" - Fred Leemhuis (Dutch)

26:26 قَالَ رَبُّكُمْ وَرَبُّ ءَابَآئِكُمُ ٱلْأَوَّلِينَ
26:26 Hij zei: "Hij is jullie Heer en de Heer van jullie voorvaderen." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:27 قَالَ إِنَّ رَسُولَكُمُ ٱلَّذِىٓ أُرْسِلَ إِلَيْكُمْ لَمَجْنُونٌ
26:27 Hij zei: "Jullie gezant die tot jullie gezonden is, is bezeten." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:28 قَالَ رَبُّ ٱلْمَشْرِقِ وَٱلْمَغْرِبِ وَمَا بَيْنَهُمَآ ۖ إِن كُنتُمْ تَعْقِلُونَ
26:28 Hij zei: "De Heer van het oosten en het westen en wat er tussen beide is, als jullie verstand hebben." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:29 قَالَ لَئِنِ ٱتَّخَذْتَ إِلَـٰهًا غَيْرِى لَأَجْعَلَنَّكَ مِنَ ٱلْمَسْجُونِينَ
26:29 Hij zei: "Als jij je een ander dan mij als god neemt dan zal ik je zeker tot een van de gevangenen maken." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:30 قَالَ أَوَلَوْ جِئْتُكَ بِشَىْءٍ مُّبِينٍ
26:30 Hij zei: "Maar wat dan als ik jou iets duidelijks breng?" - Fred Leemhuis (Dutch)

26:31 قَالَ فَأْتِ بِهِۦٓ إِن كُنتَ مِنَ ٱلصَّـٰدِقِينَ
26:31 Hij zei: "Breng het maar tevoorschijn als jij behoort tot hen die gelijk hebben." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:32 فَأَلْقَىٰ عَصَاهُ فَإِذَا هِىَ ثُعْبَانٌ مُّبِينٌ
26:32 Toen wierp hij zijn staf en het was opeens duidelijk een slang. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:33 وَنَزَعَ يَدَهُۥ فَإِذَا هِىَ بَيْضَآءُ لِلنَّـٰظِرِينَ
26:33 En hij strekte zijn hand uit en zij was opeens wit voor de toeschouwers. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:34 قَالَ لِلْمَلَإِ حَوْلَهُۥٓ إِنَّ هَـٰذَا لَسَـٰحِرٌ عَلِيمٌ
26:34 Hij zei tot de voornaamsten rondom hem: "Zie, dit is een kundig tovenaar. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:35 يُرِيدُ أَن يُخْرِجَكُم مِّنْ أَرْضِكُم بِسِحْرِهِۦ فَمَاذَا تَأْمُرُونَ
26:35 Hij wil jullie met toverij uit jullie land verdrijven. Wat gebieden jullie dan?" - Fred Leemhuis (Dutch)

26:36 قَالُوٓا۟ أَرْجِهْ وَأَخَاهُ وَٱبْعَثْ فِى ٱلْمَدَآئِنِ حَـٰشِرِينَ
26:36 Zij zeiden: "Houd hem en zijn broer nog wat tegen en zend bijeenroepers in de steden uit, - Fred Leemhuis (Dutch)

26:37 يَأْتُوكَ بِكُلِّ سَحَّارٍ عَلِيمٍ
26:37 om elke kundige tovenaar tot jou te brengen." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:38 فَجُمِعَ ٱلسَّحَرَةُ لِمِيقَـٰتِ يَوْمٍ مَّعْلُومٍ
26:38 En de tovenaars verzamelden zich op de afgesproken tijd van een vastgestelde dag. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:39 وَقِيلَ لِلنَّاسِ هَلْ أَنتُم مُّجْتَمِعُونَ
26:39 En men zei tot de mensen: "Zullen jullie ook bijeenkomen? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:40 لَعَلَّنَا نَتَّبِعُ ٱلسَّحَرَةَ إِن كَانُوا۟ هُمُ ٱلْغَـٰلِبِينَ
26:40 Misschien zullen wij de tovenaars volgen als zij de overwinnaars zijn." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:41 فَلَمَّا جَآءَ ٱلسَّحَرَةُ قَالُوا۟ لِفِرْعَوْنَ أَئِنَّ لَنَا لَأَجْرًا إِن كُنَّا نَحْنُ ٱلْغَـٰلِبِينَ
26:41 Toen de tovenaars dan kwamen zeiden zij tot Fir'aun: "Er is voor ons toch wel een beloning als wij overwinnen?" - Fred Leemhuis (Dutch)

26:42 قَالَ نَعَمْ وَإِنَّكُمْ إِذًا لَّمِنَ ٱلْمُقَرَّبِينَ
26:42 Hij zei: "Ja, jullie zullen dan tot hen behoren die in [mijn] nabijheid zijn toegelaten." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:43 قَالَ لَهُم مُّوسَىٰٓ أَلْقُوا۟ مَآ أَنتُم مُّلْقُونَ
26:43 Moesa zei tot hen: "Werpt wat jullie te werpen hebben." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:44 فَأَلْقَوْا۟ حِبَالَهُمْ وَعِصِيَّهُمْ وَقَالُوا۟ بِعِزَّةِ فِرْعَوْنَ إِنَّا لَنَحْنُ ٱلْغَـٰلِبُونَ
26:44 Zij wierpen dus hun touwen en hun staven en zeiden: "Bij de macht van Fir'aun, wij zijn werkelijk de overwinnaars." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:45 فَأَلْقَىٰ مُوسَىٰ عَصَاهُ فَإِذَا هِىَ تَلْقَفُ مَا يَأْفِكُونَ
26:45 Daarop wierp Moesa zijn staf. Die verslond toen wat zij de mensen voortoverden. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:46 فَأُلْقِىَ ٱلسَّحَرَةُ سَـٰجِدِينَ
26:46 Toen werden de tovenaars neergeworpen om zich eerbiedig neer te buigen. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:47 قَالُوٓا۟ ءَامَنَّا بِرَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:47 Zij zeiden: "Wij geloven in de Heer van de wereldbewoners, - Fred Leemhuis (Dutch)

26:48 رَبِّ مُوسَىٰ وَهَـٰرُونَ
26:48 de Heer van Moesa en Haroen." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:49 قَالَ ءَامَنتُمْ لَهُۥ قَبْلَ أَنْ ءَاذَنَ لَكُمْ ۖ إِنَّهُۥ لَكَبِيرُكُمُ ٱلَّذِى عَلَّمَكُمُ ٱلسِّحْرَ فَلَسَوْفَ تَعْلَمُونَ ۚ لَأُقَطِّعَنَّ أَيْدِيَكُمْ وَأَرْجُلَكُم مِّنْ خِلَـٰفٍ وَلَأُصَلِّبَنَّكُمْ أَجْمَعِينَ
26:49 Hij zei: "Jullie geloven aan hem voordat ik jullie toestemming gegeven heb. Hij is zeker jullie meester die jullie heeft leren toveren. Dan zullen jullie het weten; Ik zal jullie de handen en voeten aan tegenovergestelde kanten afhouwen en jullie allen tezamen kruisigen." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:50 قَالُوا۟ لَا ضَيْرَ ۖ إِنَّآ إِلَىٰ رَبِّنَا مُنقَلِبُونَ
26:50 Zij zeiden: "Het deert [ons] niet, wij zullen tot onze Heer omkeren. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:51 إِنَّا نَطْمَعُ أَن يَغْفِرَ لَنَا رَبُّنَا خَطَـٰيَـٰنَآ أَن كُنَّآ أَوَّلَ ٱلْمُؤْمِنِينَ
26:51 Wij begeren dat onze Heer ons onze fouten vergeeft, omdat wij [nu] de eersten van de gelovigen zijn." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:52 ۞ وَأَوْحَيْنَآ إِلَىٰ مُوسَىٰٓ أَنْ أَسْرِ بِعِبَادِىٓ إِنَّكُم مُّتَّبَعُونَ
26:52 En Wij openbaarden aan Moesa: "Vertrek 's nachts met Mijn dienaren, want jullie zullen achtervolgd worden." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:53 فَأَرْسَلَ فِرْعَوْنُ فِى ٱلْمَدَآئِنِ حَـٰشِرِينَ
26:53 Toen zond Fir'aun in de steden bijeenroepers uit: - Fred Leemhuis (Dutch)

26:54 إِنَّ هَـٰٓؤُلَآءِ لَشِرْذِمَةٌ قَلِيلُونَ
26:54 "Dezen zijn maar een klein groepje - Fred Leemhuis (Dutch)

26:55 وَإِنَّهُمْ لَنَا لَغَآئِظُونَ
26:55 en toch maken zij ons woedend. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:56 وَإِنَّا لَجَمِيعٌ حَـٰذِرُونَ
26:56 Maar wij zijn allen op onze hoede." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:57 فَأَخْرَجْنَـٰهُم مِّن جَنَّـٰتٍ وَعُيُونٍ
26:57 Toen lieten Wij hen uit tuinen en bronnen wegtrekken, - Fred Leemhuis (Dutch)

26:58 وَكُنُوزٍ وَمَقَامٍ كَرِيمٍ
26:58 bij schatten weg en uit een voortreffelijke positie. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:59 كَذَٰلِكَ وَأَوْرَثْنَـٰهَا بَنِىٓ إِسْرَٰٓءِيلَ
26:59 Zo is het. En Wij lieten de Israëlieten het beërven. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:60 فَأَتْبَعُوهُم مُّشْرِقِينَ
26:60 Maar zij achtervolgden hen bij zonsopgang. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:61 فَلَمَّا تَرَٰٓءَا ٱلْجَمْعَانِ قَالَ أَصْحَـٰبُ مُوسَىٰٓ إِنَّا لَمُدْرَكُونَ
26:61 En toen de beide troepenmachten elkaar zagen zeiden de mensen van Moesa: "Wij worden ingehaald." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:62 قَالَ كَلَّآ ۖ إِنَّ مَعِىَ رَبِّى سَيَهْدِينِ
26:62 Hij zei: "Welnee, mijn Heer is met mij; Hij zal mij de goede richting wijzen." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:63 فَأَوْحَيْنَآ إِلَىٰ مُوسَىٰٓ أَنِ ٱضْرِب بِّعَصَاكَ ٱلْبَحْرَ ۖ فَٱنفَلَقَ فَكَانَ كُلُّ فِرْقٍ كَٱلطَّوْدِ ٱلْعَظِيمِ
26:63 En Wij openbaarden aan Moesa: "Sla met jouw staf op de zee." Toen spleet zij en elke kant was als een geweldige berg. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:64 وَأَزْلَفْنَا ثَمَّ ٱلْـَٔاخَرِينَ
26:64 En Wij lieten de anderen daar dichtbij komen. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:65 وَأَنجَيْنَا مُوسَىٰ وَمَن مَّعَهُۥٓ أَجْمَعِينَ
26:65 En Wij redden Moesa en wie er met hem waren, allen tezamen. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:66 ثُمَّ أَغْرَقْنَا ٱلْـَٔاخَرِينَ
26:66 Toen lieten Wij de anderen verdrinken. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:67 إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَـَٔايَةً ۖ وَمَا كَانَ أَكْثَرُهُم مُّؤْمِنِينَ
26:67 Daarin is zeker een teken, maar de meesten van hen zijn geen gelovigen. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:68 وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلْعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
26:68 Echter, jouw Heer is de machtige, de barmhartige. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:69 وَٱتْلُ عَلَيْهِمْ نَبَأَ إِبْرَٰهِيمَ
26:69 En lees hun de mededeling over Ibrahiem voor, - Fred Leemhuis (Dutch)

26:70 إِذْ قَالَ لِأَبِيهِ وَقَوْمِهِۦ مَا تَعْبُدُونَ
26:70 toen hij tot zijn vader en zijn volk zei: "Wat dienen jullie?" - Fred Leemhuis (Dutch)

26:71 قَالُوا۟ نَعْبُدُ أَصْنَامًا فَنَظَلُّ لَهَا عَـٰكِفِينَ
26:71 Zij zeiden: "Wij dienen afgoden en Wij zullen hen blijven dienen." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:72 قَالَ هَلْ يَسْمَعُونَكُمْ إِذْ تَدْعُونَ
26:72 Hij zei: "Horen zij jullie als jullie roepen? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:73 أَوْ يَنفَعُونَكُمْ أَوْ يَضُرُّونَ
26:73 Of zijn zij van nut voor jullie of schaden zij?" - Fred Leemhuis (Dutch)

26:74 قَالُوا۟ بَلْ وَجَدْنَآ ءَابَآءَنَا كَذَٰلِكَ يَفْعَلُونَ
26:74 Zij zeiden: "Welnee, maar wij hebben gemerkt dat onze vaderen al zo deden." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:75 قَالَ أَفَرَءَيْتُم مَّا كُنتُمْ تَعْبُدُونَ
26:75 Hij zei: "Hebben jullie dan wel gezien wat jullie aan het dienen waren? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:76 أَنتُمْ وَءَابَآؤُكُمُ ٱلْأَقْدَمُونَ
26:76 Jullie en je verre voorvaders? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:77 فَإِنَّهُمْ عَدُوٌّ لِّىٓ إِلَّا رَبَّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:77 Zij zijn mij tot vijand, maar niet de Heer van de wereldbewoners - Fred Leemhuis (Dutch)

26:78 ٱلَّذِى خَلَقَنِى فَهُوَ يَهْدِينِ
26:78 die mij geschapen heeft en mij op het goede pad brengt - Fred Leemhuis (Dutch)

26:79 وَٱلَّذِى هُوَ يُطْعِمُنِى وَيَسْقِينِ
26:79 en Hij is het die mij spijzigt en te drinken geeft - Fred Leemhuis (Dutch)

26:80 وَإِذَا مَرِضْتُ فَهُوَ يَشْفِينِ
26:80 en wanneer ik ziek ben, dan geneest Hij mij - Fred Leemhuis (Dutch)

26:81 وَٱلَّذِى يُمِيتُنِى ثُمَّ يُحْيِينِ
26:81 en Hij is het die mij laat sterven en dan [weer] tot leven brengt - Fred Leemhuis (Dutch)

26:82 وَٱلَّذِىٓ أَطْمَعُ أَن يَغْفِرَ لِى خَطِيٓـَٔتِى يَوْمَ ٱلدِّينِ
26:82 en Hij is het van wie ik begeer dat Hij mij op de oordeelsdag mijn fout vergeeft. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:83 رَبِّ هَبْ لِى حُكْمًا وَأَلْحِقْنِى بِٱلصَّـٰلِحِينَ
26:83 Mijn Heer, schenk mij oordeelskracht en voeg mij bij de rechtschapenen. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:84 وَٱجْعَل لِّى لِسَانَ صِدْقٍ فِى ٱلْـَٔاخِرِينَ
26:84 En verschaf mij een betrouwbare reputatie bij het nageslacht. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:85 وَٱجْعَلْنِى مِن وَرَثَةِ جَنَّةِ ٱلنَّعِيمِ
26:85 En maak dat ik behoor tot hen die de tuin van de gelukzaligheid beërven. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:86 وَٱغْفِرْ لِأَبِىٓ إِنَّهُۥ كَانَ مِنَ ٱلضَّآلِّينَ
26:86 En vergeef mijn vader, hij behoort tot hen die dwalen. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:87 وَلَا تُخْزِنِى يَوْمَ يُبْعَثُونَ
26:87 En maak mij niet te schande op de dag dat zij worden opgewekt. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:88 يَوْمَ لَا يَنفَعُ مَالٌ وَلَا بَنُونَ
26:88 Op de dag dat bezit niet baat, noch zonen. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:89 إِلَّا مَنْ أَتَى ٱللَّهَ بِقَلْبٍ سَلِيمٍ
26:89 Behalve wie tot God komt met een zuiver hart." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:90 وَأُزْلِفَتِ ٱلْجَنَّةُ لِلْمُتَّقِينَ
26:90 En de tuin wordt dicht bij de godvrezenden gebracht. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:91 وَبُرِّزَتِ ٱلْجَحِيمُ لِلْغَاوِينَ
26:91 En het hellevuur wordt onthuld voor de misleiden. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:92 وَقِيلَ لَهُمْ أَيْنَ مَا كُنتُمْ تَعْبُدُونَ
26:92 En tot hen wordt gezegd: "Waar is het wat jullie gewoon waren te dienen - Fred Leemhuis (Dutch)

26:93 مِن دُونِ ٱللَّهِ هَلْ يَنصُرُونَكُمْ أَوْ يَنتَصِرُونَ
26:93 in plaats van God? Komen zij jullie helpen of zullen zij zichzelf helpen?" - Fred Leemhuis (Dutch)

26:94 فَكُبْكِبُوا۟ فِيهَا هُمْ وَٱلْغَاوُۥنَ
26:94 En zij zullen erin gekieperd worden, zij en de misleiden - Fred Leemhuis (Dutch)

26:95 وَجُنُودُ إِبْلِيسَ أَجْمَعُونَ
26:95 en de troepen van de duivel, allen tezamen. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:96 قَالُوا۟ وَهُمْ فِيهَا يَخْتَصِمُونَ
26:96 Zij zeggen terwijl zij er met elkaar twisten: - Fred Leemhuis (Dutch)

26:97 تَٱللَّهِ إِن كُنَّا لَفِى ضَلَـٰلٍ مُّبِينٍ
26:97 "Bij God, wij verkeerden wel in duidelijke dwaling - Fred Leemhuis (Dutch)

26:98 إِذْ نُسَوِّيكُم بِرَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:98 dat wij jullie vergeleken met de Heer van de wereldbewoners. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:99 وَمَآ أَضَلَّنَآ إِلَّا ٱلْمُجْرِمُونَ
26:99 En het waren alleen maar de boosdoeners die ons tot dwaling gebracht hebben. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:100 فَمَا لَنَا مِن شَـٰفِعِينَ
26:100 En nu hebben wij geen bemiddelaars, - Fred Leemhuis (Dutch)

26:101 وَلَا صَدِيقٍ حَمِيمٍ
26:101 noch een echte vriend. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:102 فَلَوْ أَنَّ لَنَا كَرَّةً فَنَكُونَ مِنَ ٱلْمُؤْمِنِينَ
26:102 Als er een terugkeer voor ons was dan zouden wij tot de gelovigen behoren." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:103 إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَـَٔايَةً ۖ وَمَا كَانَ أَكْثَرُهُم مُّؤْمِنِينَ
26:103 Daarin is zeker een teken, maar de meesten van hen zijn niet gelovig. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:104 وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلْعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
26:104 Jouw Heer is echter werkelijk de machtige, de barmhartige. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:105 كَذَّبَتْ قَوْمُ نُوحٍ ٱلْمُرْسَلِينَ
26:105 Het volk van Noeh betichtte de gezondenen van leugens. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:106 إِذْ قَالَ لَهُمْ أَخُوهُمْ نُوحٌ أَلَا تَتَّقُونَ
26:106 Toen hun broeder Noeh tot hen zei: "Willen jullie niet godvrezend zijn? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:107 إِنِّى لَكُمْ رَسُولٌ أَمِينٌ
26:107 Ik ben voor jullie een betrouwbare gezant. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:108 فَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
26:108 Vreest dan God en gehoorzaamt mij. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:109 وَمَآ أَسْـَٔلُكُمْ عَلَيْهِ مِنْ أَجْرٍ ۖ إِنْ أَجْرِىَ إِلَّا عَلَىٰ رَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:109 En ik vraag jullie daarvoor geen loon. Slechts de Heer van de wereldbewoners is belast met mijn loon. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:110 فَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
26:110 Vreest dan God en gehoorzaamt mij." * - Fred Leemhuis (Dutch)

26:111 ۞ قَالُوٓا۟ أَنُؤْمِنُ لَكَ وَٱتَّبَعَكَ ٱلْأَرْذَلُونَ
26:111 Zij zeiden: "Zullen wij jou geloven terwijl jij alleen maar gevolgd wordt door de allerverachtelijksten?" - Fred Leemhuis (Dutch)

26:112 قَالَ وَمَا عِلْمِى بِمَا كَانُوا۟ يَعْمَلُونَ
26:112 Hij zei: "En hoe kan ik weten wat zij gedaan hebben? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:113 إِنْ حِسَابُهُمْ إِلَّا عَلَىٰ رَبِّى ۖ لَوْ تَشْعُرُونَ
26:113 Mijn Heer is belast met de afrekening met hen, als jullie het maar beseffen. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:114 وَمَآ أَنَا۠ بِطَارِدِ ٱلْمُؤْمِنِينَ
26:114 En ik jaag hen die geloven niet weg. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:115 إِنْ أَنَا۠ إِلَّا نَذِيرٌ مُّبِينٌ
26:115 Ik ben slechts een duidelijke waarschuwere - Fred Leemhuis (Dutch)

26:116 قَالُوا۟ لَئِن لَّمْ تَنتَهِ يَـٰنُوحُ لَتَكُونَنَّ مِنَ ٱلْمَرْجُومِينَ
26:116 Zij zeiden: "Als jij niet ophoudt, Noeh, dan behoor jij bij hen die gestenigd worden." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:117 قَالَ رَبِّ إِنَّ قَوْمِى كَذَّبُونِ
26:117 Hij zei: "Mijn Heer, mijn volk beticht mij van leugens. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:118 فَٱفْتَحْ بَيْنِى وَبَيْنَهُمْ فَتْحًا وَنَجِّنِى وَمَن مَّعِىَ مِنَ ٱلْمُؤْمِنِينَ
26:118 Doe dus tussen mij en hen uitspraak en red mij en die gelovigen die met mij zijn." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:119 فَأَنجَيْنَـٰهُ وَمَن مَّعَهُۥ فِى ٱلْفُلْكِ ٱلْمَشْحُونِ
26:119 Toen redden Wij hem en wie er met hem in het volbeladen schip waren. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:120 ثُمَّ أَغْرَقْنَا بَعْدُ ٱلْبَاقِينَ
26:120 Daarna lieten Wij toen de achtergeblevenen verdrinken. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:121 إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَـَٔايَةً ۖ وَمَا كَانَ أَكْثَرُهُم مُّؤْمِنِينَ
26:121 Daarin is zeker een teken, maar de meesten van hen zijn niet gelovig. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:122 وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلْعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
26:122 Jouw Heer is echter werkelijk de machtige, de barmhartige. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:123 كَذَّبَتْ عَادٌ ٱلْمُرْسَلِينَ
26:123 De 'Aad betichtten de gezondenen van leugens. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:124 إِذْ قَالَ لَهُمْ أَخُوهُمْ هُودٌ أَلَا تَتَّقُونَ
26:124 Toen hun broeder Hoed tot hen zei: "Willen jullie niet godvrezend zijn? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:125 إِنِّى لَكُمْ رَسُولٌ أَمِينٌ
26:125 Ik ben voor jullie een betrouwbare gezant. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:126 فَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
26:126 Vreest dan God en gehoorzaamt mij. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:127 وَمَآ أَسْـَٔلُكُمْ عَلَيْهِ مِنْ أَجْرٍ ۖ إِنْ أَجْرِىَ إِلَّا عَلَىٰ رَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:127 En ik vraag jullie daarvoor geen loon. Slechts de Heer van de wereldbewoners is belast met mijn loon. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:128 أَتَبْنُونَ بِكُلِّ رِيعٍ ءَايَةً تَعْبَثُونَ
26:128 Willen jullie op elke heuvel voor de grap een teken bouwen - Fred Leemhuis (Dutch)

26:129 وَتَتَّخِذُونَ مَصَانِعَ لَعَلَّكُمْ تَخْلُدُونَ
26:129 en bouwwerken maken alsof jullie er altijd zullen blijven? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:130 وَإِذَا بَطَشْتُم بَطَشْتُمْ جَبَّارِينَ
26:130 En wanneer jullie toeslaan slaan jullie als geweldenaars toe. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:131 فَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
26:131 Vreest dan God en gehoorzaamt mij. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:132 وَٱتَّقُوا۟ ٱلَّذِىٓ أَمَدَّكُم بِمَا تَعْلَمُونَ
26:132 En vreest Hem die jullie heeft versterkt met wat jullie weten. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:133 أَمَدَّكُم بِأَنْعَـٰمٍ وَبَنِينَ
26:133 Hij heeft jullie versterkt met vee en zonen - Fred Leemhuis (Dutch)

26:134 وَجَنَّـٰتٍ وَعُيُونٍ
26:134 en met tuinen en bronnen. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:135 إِنِّىٓ أَخَافُ عَلَيْكُمْ عَذَابَ يَوْمٍ عَظِيمٍ
26:135 Ik vrees voor jullie de bestraffing van een geweldige dag." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:136 قَالُوا۟ سَوَآءٌ عَلَيْنَآ أَوَعَظْتَ أَمْ لَمْ تَكُن مِّنَ ٱلْوَٰعِظِينَ
26:136 Zij zeiden: "Het maakt ons niet uit of jij ons aanspoort of niet behoort tot hen die aansporen. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:137 إِنْ هَـٰذَآ إِلَّا خُلُقُ ٱلْأَوَّلِينَ
26:137 Dit is slechts een gewoonte van hen die er eertijds waren. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:138 وَمَا نَحْنُ بِمُعَذَّبِينَ
26:138 En wij zijn het niet die gestraft worden." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:139 فَكَذَّبُوهُ فَأَهْلَكْنَـٰهُمْ ۗ إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَـَٔايَةً ۖ وَمَا كَانَ أَكْثَرُهُم مُّؤْمِنِينَ
26:139 Toen betichtten zij hem van leugens en vernietigden Wij hen. Daarin is zeker een teken, maar de meesten van hen zijn niet gelovig. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:140 وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلْعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
26:140 Jouw Heer is echter werkelijk de machtige, de barmhartige. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:141 كَذَّبَتْ ثَمُودُ ٱلْمُرْسَلِينَ
26:141 De Thamoed betichtten de gezondenen van leugens. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:142 إِذْ قَالَ لَهُمْ أَخُوهُمْ صَـٰلِحٌ أَلَا تَتَّقُونَ
26:142 Toen hun broeder Salih tot hen zei: "Willen jullie niet godvrezend zijn? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:143 إِنِّى لَكُمْ رَسُولٌ أَمِينٌ
26:143 Ik ben voor jullie een betrouwbare gezant. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:144 فَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
26:144 Vreest dan God en gehoorzaamt mij. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:145 وَمَآ أَسْـَٔلُكُمْ عَلَيْهِ مِنْ أَجْرٍ ۖ إِنْ أَجْرِىَ إِلَّا عَلَىٰ رَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:145 En ik vraag jullie daarvoor geen loon. Slechts de Heer van de wereldbewoners is belast met mijn loon. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:146 أَتُتْرَكُونَ فِى مَا هَـٰهُنَآ ءَامِنِينَ
26:146 Zullen jullie dan in veiligheid gelaten worden in wat er hier is, - Fred Leemhuis (Dutch)

26:147 فِى جَنَّـٰتٍ وَعُيُونٍ
26:147 te midden van tuinen en bronnen - Fred Leemhuis (Dutch)

26:148 وَزُرُوعٍ وَنَخْلٍ طَلْعُهَا هَضِيمٌ
26:148 en landbouwgewassen en palmen waarvan de bloeiwijze zacht is? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:149 وَتَنْحِتُونَ مِنَ ٱلْجِبَالِ بُيُوتًا فَـٰرِهِينَ
26:149 En zullen jullie in de bergen vaardig huizen uithouwen? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:150 فَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
26:150 Vreest dan God en gehoorzaamt mij. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:151 وَلَا تُطِيعُوٓا۟ أَمْرَ ٱلْمُسْرِفِينَ
26:151 En gehoorzaamt niet het bevel van onmatigen, - Fred Leemhuis (Dutch)

26:152 ٱلَّذِينَ يُفْسِدُونَ فِى ٱلْأَرْضِ وَلَا يُصْلِحُونَ
26:152 die Op de aarde verderf zaaien en die geen orde op zaken stellen." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:153 قَالُوٓا۟ إِنَّمَآ أَنتَ مِنَ ٱلْمُسَحَّرِينَ
26:153 Zij zeiden: "Maar jij behoort tot hen die betoverd zijn. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:154 مَآ أَنتَ إِلَّا بَشَرٌ مِّثْلُنَا فَأْتِ بِـَٔايَةٍ إِن كُنتَ مِنَ ٱلصَّـٰدِقِينَ
26:154 Jij bent slechts een mens zoals wij. Breng dan een teken, als jij behoort tot hen die gelijk hebben." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:155 قَالَ هَـٰذِهِۦ نَاقَةٌ لَّهَا شِرْبٌ وَلَكُمْ شِرْبُ يَوْمٍ مَّعْلُومٍ
26:155 Hij zei: "Dit is een kameelmerrie die haar tijd om te drinken heeft en jullie hebben je tijd om te drinken op een vastgestelde dag. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:156 وَلَا تَمَسُّوهَا بِسُوٓءٍ فَيَأْخُذَكُمْ عَذَابُ يَوْمٍ عَظِيمٍ
26:156 En treft haar niet met kwaad, want dan zal de bestraffing van een geweldige dag jullie grijpen." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:157 فَعَقَرُوهَا فَأَصْبَحُوا۟ نَـٰدِمِينَ
26:157 Maar zij sneden haar hielpezen door en kregen er 's morgens spijt van. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:158 فَأَخَذَهُمُ ٱلْعَذَابُ ۗ إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَـَٔايَةً ۖ وَمَا كَانَ أَكْثَرُهُم مُّؤْمِنِينَ
26:158 Toen greep de bestraffing hen. Daarin is zeker een teken, maar de meesten van hen zijn niet gelovig. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:159 وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلْعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
26:159 Echter, jouw Heer is werkelijk de machtige, de barmhartige. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:160 كَذَّبَتْ قَوْمُ لُوطٍ ٱلْمُرْسَلِينَ
26:160 Het volk van Loet betichtte de gezondenen van leugens. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:161 إِذْ قَالَ لَهُمْ أَخُوهُمْ لُوطٌ أَلَا تَتَّقُونَ
26:161 Toen hun broeder Loet tot hen zei: "Willen jullie niet godvrezend zijn? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:162 إِنِّى لَكُمْ رَسُولٌ أَمِينٌ
26:162 Ik ben voor jullie een betrouwbare gezant. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:163 فَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
26:163 Vreest dan God en gehoorzaamt mij. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:164 وَمَآ أَسْـَٔلُكُمْ عَلَيْهِ مِنْ أَجْرٍ ۖ إِنْ أَجْرِىَ إِلَّا عَلَىٰ رَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:164 En ik vraag jullie daarvoor geen loon. Slechts de Heer van de wereldbewoners is belast met mijn loon. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:165 أَتَأْتُونَ ٱلذُّكْرَانَ مِنَ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:165 Zullen jullie tot de mannen onder de wereldbewoners gaan? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:166 وَتَذَرُونَ مَا خَلَقَ لَكُمْ رَبُّكُم مِّنْ أَزْوَٰجِكُم ۚ بَلْ أَنتُمْ قَوْمٌ عَادُونَ
26:166 En echtgenotes die God voor jullie geschapen heeft verwaarlozen? Ja zeker, jullie zijn mensen die overtredingen begaan." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:167 قَالُوا۟ لَئِن لَّمْ تَنتَهِ يَـٰلُوطُ لَتَكُونَنَّ مِنَ ٱلْمُخْرَجِينَ
26:167 Zij zeiden: "Als jij niet ophoudt, Loet, dan behoor jij bij hen die verdreven worden." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:168 قَالَ إِنِّى لِعَمَلِكُم مِّنَ ٱلْقَالِينَ
26:168 Hij zei: "Ik behoor tot hen die jullie handelwijze verafschuwen. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:169 رَبِّ نَجِّنِى وَأَهْلِى مِمَّا يَعْمَلُونَ
26:169 Mijn Heer, red mij en mijn huisgenoten van wat zij doen." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:170 فَنَجَّيْنَـٰهُ وَأَهْلَهُۥٓ أَجْمَعِينَ
26:170 En Wij redden hem en zijn huisgenoten, allen tezamen, - Fred Leemhuis (Dutch)

26:171 إِلَّا عَجُوزًا فِى ٱلْغَـٰبِرِينَ
26:171 behalve een oude vrouw te midden van hen die achterbleven. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:172 ثُمَّ دَمَّرْنَا ٱلْـَٔاخَرِينَ
26:172 Toen vernietigden Wij de anderen. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:173 وَأَمْطَرْنَا عَلَيْهِم مَّطَرًا ۖ فَسَآءَ مَطَرُ ٱلْمُنذَرِينَ
26:173 En Wij lieten regen op hen vallen; slecht was die regen voor hen die gewaarschuwd waren. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:174 إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَـَٔايَةً ۖ وَمَا كَانَ أَكْثَرُهُم مُّؤْمِنِينَ
26:174 Daarin is zeker een teken, maar de meesten van hen zijn niet gelovig. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:175 وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلْعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
26:175 Jouw Heer is echter werkelijk de machtige, de barmhartige. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:176 كَذَّبَ أَصْحَـٰبُ لْـَٔيْكَةِ ٱلْمُرْسَلِينَ
26:176 De mensen van het kreupelbos betichtten de gezondenen van leugens. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:177 إِذْ قَالَ لَهُمْ شُعَيْبٌ أَلَا تَتَّقُونَ
26:177 Toen Sjoe'aib tot hen zei: "Willen jullie niet godvrezend zijn? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:178 إِنِّى لَكُمْ رَسُولٌ أَمِينٌ
26:178 Ik ben voor jullie een betrouwbare gezant. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:179 فَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
26:179 Vreest dan God en gehoorzaamt mij. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:180 وَمَآ أَسْـَٔلُكُمْ عَلَيْهِ مِنْ أَجْرٍ ۖ إِنْ أَجْرِىَ إِلَّا عَلَىٰ رَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:180 En ik vraag jullie daarvoor geen loon. Slechts de Heer van de wereldbewoners is belast met mijn loon. * - Fred Leemhuis (Dutch)

26:181 ۞ أَوْفُوا۟ ٱلْكَيْلَ وَلَا تَكُونُوا۟ مِنَ ٱلْمُخْسِرِينَ
26:181 En geeft volle maat en behoort niet tot hen die verlies veroorzaken. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:182 وَزِنُوا۟ بِٱلْقِسْطَاسِ ٱلْمُسْتَقِيمِ
26:182 En weegt met de juiste weegschaal. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:183 وَلَا تَبْخَسُوا۟ ٱلنَّاسَ أَشْيَآءَهُمْ وَلَا تَعْثَوْا۟ فِى ٱلْأَرْضِ مُفْسِدِينَ
26:183 En doet de mensen niet tekort in de dingen die van hen zijn en veroorzaakt geen ellende op de aarde door verderf te zaaien. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:184 وَٱتَّقُوا۟ ٱلَّذِى خَلَقَكُمْ وَٱلْجِبِلَّةَ ٱلْأَوَّلِينَ
26:184 En vreest Hem die zowel jullie als de schepselen die er eertijds waren geschapen heeft." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:185 قَالُوٓا۟ إِنَّمَآ أَنتَ مِنَ ٱلْمُسَحَّرِينَ
26:185 Zij zeiden: "Maar jij behoort tot hen die betoverd zijn. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:186 وَمَآ أَنتَ إِلَّا بَشَرٌ مِّثْلُنَا وَإِن نَّظُنُّكَ لَمِنَ ٱلْكَـٰذِبِينَ
26:186 En jij bent slechts een mens zoals wij en wij denken dat jij behoort tot hen die liegen. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:187 فَأَسْقِطْ عَلَيْنَا كِسَفًا مِّنَ ٱلسَّمَآءِ إِن كُنتَ مِنَ ٱلصَّـٰدِقِينَ
26:187 Laat dan stukken uit de hemel op ons neervallen als jij behoort tot hen die gelijk hebben." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:188 قَالَ رَبِّىٓ أَعْلَمُ بِمَا تَعْمَلُونَ
26:188 Hij zei: "Mijn Heer weet het best wat jullie doen." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:189 فَكَذَّبُوهُ فَأَخَذَهُمْ عَذَابُ يَوْمِ ٱلظُّلَّةِ ۚ إِنَّهُۥ كَانَ عَذَابَ يَوْمٍ عَظِيمٍ
26:189 Maar zij betichtten hem van leugens. Toen greep hen de bestraffing van de dag van de stapelwolk. Dat was de bestraffing van een geweldige dag. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:190 إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَـَٔايَةً ۖ وَمَا كَانَ أَكْثَرُهُم مُّؤْمِنِينَ
26:190 Daarin is zeker een teken, maar de meesten van hen zijn niet gelovig. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:191 وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلْعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
26:191 Jouw Heer is echter werkelijk de machtige, de barmhartige. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:192 وَإِنَّهُۥ لَتَنزِيلُ رَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:192 Dit is een neerzending van de Heer van de wereldbewoners -- - Fred Leemhuis (Dutch)

26:193 نَزَلَ بِهِ ٱلرُّوحُ ٱلْأَمِينُ
26:193 daarmee is de betrouwbare geest neergedaald - Fred Leemhuis (Dutch)

26:194 عَلَىٰ قَلْبِكَ لِتَكُونَ مِنَ ٱلْمُنذِرِينَ
26:194 tot jouw hart, opdat jij tot de waarschuwers zou behoren -- - Fred Leemhuis (Dutch)

26:195 بِلِسَانٍ عَرَبِىٍّ مُّبِينٍ
26:195 in duidelijke Arabische taal. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:196 وَإِنَّهُۥ لَفِى زُبُرِ ٱلْأَوَّلِينَ
26:196 En hij staat in de Zoeboer van hen die er eertijds waren. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:197 أَوَلَمْ يَكُن لَّهُمْ ءَايَةً أَن يَعْلَمَهُۥ عُلَمَـٰٓؤُا۟ بَنِىٓ إِسْرَٰٓءِيلَ
26:197 Is het dan geen teken voor hen dat de geleerden van de Israëlieten hem kennen? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:198 وَلَوْ نَزَّلْنَـٰهُ عَلَىٰ بَعْضِ ٱلْأَعْجَمِينَ
26:198 Als Wij hem tot een vreemdtalige neergezonden hadden - Fred Leemhuis (Dutch)

26:199 فَقَرَأَهُۥ عَلَيْهِم مَّا كَانُوا۟ بِهِۦ مُؤْمِنِينَ
26:199 en die hem aan hen had voorgelezen, dan hadden zij er niet in geloofd. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:200 كَذَٰلِكَ سَلَكْنَـٰهُ فِى قُلُوبِ ٱلْمُجْرِمِينَ
26:200 Zo hebben Wij hem in de harten van de boosdoeners laten gaan. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:201 لَا يُؤْمِنُونَ بِهِۦ حَتَّىٰ يَرَوُا۟ ٱلْعَذَابَ ٱلْأَلِيمَ
26:201 Zij geloven er niet in totdat zij de pijnlijke bestraffing zien - Fred Leemhuis (Dutch)

26:202 فَيَأْتِيَهُم بَغْتَةً وَهُمْ لَا يَشْعُرُونَ
26:202 die onverwachts tot hen komt, zonder dat zij het beseffen. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:203 فَيَقُولُوا۟ هَلْ نَحْنُ مُنظَرُونَ
26:203 Dan zeggen zij: "Wordt aan ons uitstel verleend?" - Fred Leemhuis (Dutch)

26:204 أَفَبِعَذَابِنَا يَسْتَعْجِلُونَ
26:204 Willen zij dan Onze bestraffing verhaasten? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:205 أَفَرَءَيْتَ إِن مَّتَّعْنَـٰهُمْ سِنِينَ
26:205 Hoe zie jij het dan als Wij hun jarenlang vruchtgebruik hebben gegeven, - Fred Leemhuis (Dutch)

26:206 ثُمَّ جَآءَهُم مَّا كَانُوا۟ يُوعَدُونَ
26:206 dat dan tot hen komt wat hun was aangezegd? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:207 مَآ أَغْنَىٰ عَنْهُم مَّا كَانُوا۟ يُمَتَّعُونَ
26:207 Dan baat hun het vruchtgebruik niet dat zij genieten. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:208 وَمَآ أَهْلَكْنَا مِن قَرْيَةٍ إِلَّا لَهَا مُنذِرُونَ
26:208 En Wij hebben geen enkele stad vernietigd zonder dat zij waarschuwers had gehad - Fred Leemhuis (Dutch)

26:209 ذِكْرَىٰ وَمَا كُنَّا ظَـٰلِمِينَ
26:209 ter vermaning; Wij hebben namelijk geen onrecht gepleegd. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:210 وَمَا تَنَزَّلَتْ بِهِ ٱلشَّيَـٰطِينُ
26:210 De satans zijn er niet mee neergedaald. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:211 وَمَا يَنۢبَغِى لَهُمْ وَمَا يَسْتَطِيعُونَ
26:211 Het past hun niet en zij kunnen het niet. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:212 إِنَّهُمْ عَنِ ٱلسَّمْعِ لَمَعْزُولُونَ
26:212 Zij zijn van het horen uitgesloten. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:213 فَلَا تَدْعُ مَعَ ٱللَّهِ إِلَـٰهًا ءَاخَرَ فَتَكُونَ مِنَ ٱلْمُعَذَّبِينَ
26:213 Roep dus naast God geen andere god aan, anders zul jij tot de bestraften behoren. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:214 وَأَنذِرْ عَشِيرَتَكَ ٱلْأَقْرَبِينَ
26:214 En waarschuw jouw naaste familieleden. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:215 وَٱخْفِضْ جَنَاحَكَ لِمَنِ ٱتَّبَعَكَ مِنَ ٱلْمُؤْمِنِينَ
26:215 En wees ontvankelijk voor die gelovigen die jou volgen. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:216 فَإِنْ عَصَوْكَ فَقُلْ إِنِّى بَرِىٓءٌ مِّمَّا تَعْمَلُونَ
26:216 En als zij aan jou ongehoorzaam zijn zeg dan: "Ik heb niets te maken met wat jullie doen." - Fred Leemhuis (Dutch)

26:217 وَتَوَكَّلْ عَلَى ٱلْعَزِيزِ ٱلرَّحِيمِ
26:217 En stel je vertrouwen op de machtige, de barmhartige, - Fred Leemhuis (Dutch)

26:218 ٱلَّذِى يَرَىٰكَ حِينَ تَقُومُ
26:218 die jou ziet wanneer jij rechtop staat - Fred Leemhuis (Dutch)

26:219 وَتَقَلُّبَكَ فِى ٱلسَّـٰجِدِينَ
26:219 en wanneer jij je heen en weer wendt met hen die zich eerbiedig neerbuigen. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:220 إِنَّهُۥ هُوَ ٱلسَّمِيعُ ٱلْعَلِيمُ
26:220 Hij is de horende, de wetende. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:221 هَلْ أُنَبِّئُكُمْ عَلَىٰ مَن تَنَزَّلُ ٱلشَّيَـٰطِينُ
26:221 Zal Ik jullie meedelen tot wie de satans neerdalen? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:222 تَنَزَّلُ عَلَىٰ كُلِّ أَفَّاكٍ أَثِيمٍ
26:222 Zij dalen neer tot elke zondige lasteraar. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:223 يُلْقُونَ ٱلسَّمْعَ وَأَكْثَرُهُمْ كَـٰذِبُونَ
26:223 Dezen luisteren scherp en de meesten van hen zijn leugenaars. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:224 وَٱلشُّعَرَآءُ يَتَّبِعُهُمُ ٱلْغَاوُۥنَ
26:224 En de dichters, de misleiden volgen hen. - Fred Leemhuis (Dutch)

26:225 أَلَمْ تَرَ أَنَّهُمْ فِى كُلِّ وَادٍ يَهِيمُونَ
26:225 Zie jij niet dat zij in elke vallei rondzwerven - Fred Leemhuis (Dutch)

26:226 وَأَنَّهُمْ يَقُولُونَ مَا لَا يَفْعَلُونَ
26:226 en dat zij zeggen wat zij niet doen? - Fred Leemhuis (Dutch)

26:227 إِلَّا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّـٰلِحَـٰتِ وَذَكَرُوا۟ ٱللَّهَ كَثِيرًا وَٱنتَصَرُوا۟ مِنۢ بَعْدِ مَا ظُلِمُوا۟ ۗ وَسَيَعْلَمُ ٱلَّذِينَ ظَلَمُوٓا۟ أَىَّ مُنقَلَبٍ يَنقَلِبُونَ
26:227 Maar niet zij die geloven, de deugdelijke daden doen en God veelvuldig gedenken en die zich verweren nadat hun onrecht is aangedaan. En zij die onrecht plegen zullen te weten komen wat voor omkeer zij zullen meemaken. - Fred Leemhuis (Dutch)