Selected

Original Text
Salomo Keyzer

Available Translations

26 Ash-Shu`arā' ٱلشُّعَرَاء

< Previous   227 Āyah   The Poets      Next >  

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ
In the name of Allah, Most Gracious, Most Merciful.

26:1 طسٓمٓ
26:1 T. S. M. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:2 تِلْكَ ءَايَـٰتُ ٱلْكِتَـٰبِ ٱلْمُبِينِ
26:2 Dit zijn de teekens van het duidelijke boek. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:3 لَعَلَّكَ بَـٰخِعٌ نَّفْسَكَ أَلَّا يَكُونُوا۟ مُؤْمِنِينَ
26:3 Misschien bedroeft gij u doodelijk, omdat de bewoners van Mekka niet geloovig willen worden. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:4 إِن نَّشَأْ نُنَزِّلْ عَلَيْهِم مِّنَ ٱلسَّمَآءِ ءَايَةً فَظَلَّتْ أَعْنَـٰقُهُمْ لَهَا خَـٰضِعِينَ
26:4 Indien het ons behaagde, zouden wij hun een overtuigend teeken uit den hemel kunnen nederzenden, waarvoor zij hunne nekken nederig zouden krommen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:5 وَمَا يَأْتِيهِم مِّن ذِكْرٍ مِّنَ ٱلرَّحْمَـٰنِ مُحْدَثٍ إِلَّا كَانُوا۟ عَنْهُ مُعْرِضِينَ
26:5 Maar er komt van den Barmhartige, geene nieuwe vermaning tot hen welke naar de omstandigheden dit vereischen, wordt geopenbaard, waarvan zij zich niet afwenden. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:6 فَقَدْ كَذَّبُوا۟ فَسَيَأْتِيهِمْ أَنۢبَـٰٓؤُا۟ مَا كَانُوا۟ بِهِۦ يَسْتَهْزِءُونَ
26:6 En zij hebben deze van valschheid beschuldigd; maar er zal een boodschap tot hen komen, waarmede zij niet zullen spotten. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:7 أَوَلَمْ يَرَوْا۟ إِلَى ٱلْأَرْضِ كَمْ أَنۢبَتْنَا فِيهَا مِن كُلِّ زَوْجٍ كَرِيمٍ
26:7 Hebben zij de aarde niet beschouwd, en gezien hoe veel verschillende planten, van allerlei edele soorten wij daaraan doen ontspruiten? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:8 إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَـَٔايَةً ۖ وَمَا كَانَ أَكْثَرُهُم مُّؤْمِنِينَ
26:8 Waarlijk, hierin is een teeken; maar het grootste deel hunner zijn ongeloovigen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:9 وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلْعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
26:9 Waarlijk, uw Heer is de machtige, de barmhartige God. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:10 وَإِذْ نَادَىٰ رَبُّكَ مُوسَىٰٓ أَنِ ٱئْتِ ٱلْقَوْمَ ٱلظَّـٰلِمِينَ
26:10 Herdenk, toen uw Heer Mozes riep, zeggende: Ga tot het onrechtvaardige volk: - Salomo Keyzer (Dutch)

26:11 قَوْمَ فِرْعَوْنَ ۚ أَلَا يَتَّقُونَ
26:11 Het volk van Pharao. Zullen zij mij niet vreezen? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:12 قَالَ رَبِّ إِنِّىٓ أَخَافُ أَن يُكَذِّبُونِ
26:12 Mozes antwoordde: O Heer! waarlijk, ik vrees, dat zij mij van logen zullen beschuldigen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:13 وَيَضِيقُ صَدْرِى وَلَا يَنطَلِقُ لِسَانِى فَأَرْسِلْ إِلَىٰ هَـٰرُونَ
26:13 En dat mijne borst vernauwd worde en dat mijn tong niet gereed zij tot spreken; wijs Aäron dus aan om mijn helper te wezen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:14 وَلَهُمْ عَلَىَّ ذَنۢبٌ فَأَخَافُ أَن يَقْتُلُونِ
26:14 Ook kunnen zij mij eene misdaad tegenwerpen, en ik vrees dat zij mij zullen dooden. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:15 قَالَ كَلَّا ۖ فَٱذْهَبَا بِـَٔايَـٰتِنَآ ۖ إِنَّا مَعَكُم مُّسْتَمِعُونَ
26:15 God zeide: Zij zullen u volstrekt niet dooden: gaat dus met uwe teekenen; want wij zullen met u zijn, en wij willen hooren wat er tusschen u en hen geschiedt. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:16 فَأْتِيَا فِرْعَوْنَ فَقُولَآ إِنَّا رَسُولُ رَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:16 Gaat dus tot Pharao en zeg: Waarlijk, wij zijn de gezant van den Heer van alle schepselen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:17 أَنْ أَرْسِلْ مَعَنَا بَنِىٓ إِسْرَٰٓءِيلَ
26:17 Zend de kinderen Israëls met ons weg. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:18 قَالَ أَلَمْ نُرَبِّكَ فِينَا وَلِيدًا وَلَبِثْتَ فِينَا مِنْ عُمُرِكَ سِنِينَ
26:18 En toen zij hunne boodschap hadden overgebracht, antwoordde Pharao: Hebben wij u niet onder ons opgevoed, toen gij nog een kind waart, en hebt gij niet gedurende verscheidene jaren van uw leven onder ons gewoond? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:19 وَفَعَلْتَ فَعْلَتَكَ ٱلَّتِى فَعَلْتَ وَأَنتَ مِنَ ٱلْكَـٰفِرِينَ
26:19 Gij hebt de daad bedreven, welke gij bedreven hebt; en gij zijt een ondankbare. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:20 قَالَ فَعَلْتُهَآ إِذًا وَأَنَا۠ مِنَ ٱلضَّآلِّينَ
26:20 Mozes hernam: Inderdaad, ik deed het, en ik was een van hen die dwaalden. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:21 فَفَرَرْتُ مِنكُمْ لَمَّا خِفْتُكُمْ فَوَهَبَ لِى رَبِّى حُكْمًا وَجَعَلَنِى مِنَ ٱلْمُرْسَلِينَ
26:21 Daarom ontvluchtte ik u, dewijl ik u vreesde; maar mijn Heer heeft mij wijsheid geschonken en mij tot een zijner gezanten aangewezen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:22 وَتِلْكَ نِعْمَةٌ تَمُنُّهَا عَلَىَّ أَنْ عَبَّدتَّ بَنِىٓ إِسْرَٰٓءِيلَ
26:22 En is de gunst, welke gij mij hebt geschonken, dat gij de kinderen Israëls tot slaven maaktet? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:23 قَالَ فِرْعَوْنُ وَمَا رَبُّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:23 Pharao zeide: En wie is dan de Heer van alle schepselen? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:24 قَالَ رَبُّ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضِ وَمَا بَيْنَهُمَآ ۖ إِن كُنتُم مُّوقِنِينَ
26:24 Mozes antwoordde: de Heer van alle hemel en aarde en van alles wat daartusschen is; indien gij lieden van verstand zijt. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:25 قَالَ لِمَنْ حَوْلَهُۥٓ أَلَا تَسْتَمِعُونَ
26:25 Pharao zeide tot degenen, die in zijne nabijheid waren: Hoort gij niet? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:26 قَالَ رَبُّكُمْ وَرَبُّ ءَابَآئِكُمُ ٱلْأَوَّلِينَ
26:26 Mozes zeide: Uw Heer en de Heer uwer voorvaderen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:27 قَالَ إِنَّ رَسُولَكُمُ ٱلَّذِىٓ أُرْسِلَ إِلَيْكُمْ لَمَجْنُونٌ
26:27 Pharao zeide tot hen die tegenwoordig waren: Uw gezant, die tot u werd gezonden is zeker bezeten. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:28 قَالَ رَبُّ ٱلْمَشْرِقِ وَٱلْمَغْرِبِ وَمَا بَيْنَهُمَآ ۖ إِن كُنتُمْ تَعْقِلُونَ
26:28 Mozes zeide: de Heer van het Oosten en van het Westen en van alles wat daartusschen is; indien gij lieden van verstand zijt. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:29 قَالَ لَئِنِ ٱتَّخَذْتَ إِلَـٰهًا غَيْرِى لَأَجْعَلَنَّكَ مِنَ ٱلْمَسْجُونِينَ
26:29 Pharao zeide tot hem: Waarlijk, indien gij een anderen God naast mij kiest, zal ik u gelijk doen wezen aan hen die gevangen zijn. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:30 قَالَ أَوَلَوْ جِئْتُكَ بِشَىْءٍ مُّبِينٍ
26:30 Mozes antwoordde: Wat! niettegenstaande ik met een overtuigend wonder tot u kom? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:31 قَالَ فَأْتِ بِهِۦٓ إِن كُنتَ مِنَ ٱلصَّـٰدِقِينَ
26:31 Pharao hernam: Toon het dan, indien gij de waarheid spreekt. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:32 فَأَلْقَىٰ عَصَاهُ فَإِذَا هِىَ ثُعْبَانٌ مُّبِينٌ
26:32 En hij wierp zijn staf neder, en ziet deze werd eene zichtbare slang. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:33 وَنَزَعَ يَدَهُۥ فَإِذَا هِىَ بَيْضَآءُ لِلنَّـٰظِرِينَ
26:33 En hij trok zijne hand uit zijne borst en, ziet, zij was wit voor de toeschouwers, - Salomo Keyzer (Dutch)

26:34 قَالَ لِلْمَلَإِ حَوْلَهُۥٓ إِنَّ هَـٰذَا لَسَـٰحِرٌ عَلِيمٌ
26:34 Pharao zeide tot de vorsten, die in zijne nabijheid waren: Waarlijk, deze man is een behendige toovenaar. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:35 يُرِيدُ أَن يُخْرِجَكُم مِّنْ أَرْضِكُم بِسِحْرِهِۦ فَمَاذَا تَأْمُرُونَ
26:35 Hij tracht u door zijne tooverij het bezit van u land te ontrooven: wat denkt gij dus te doen? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:36 قَالُوٓا۟ أَرْجِهْ وَأَخَاهُ وَٱبْعَثْ فِى ٱلْمَدَآئِنِ حَـٰشِرِينَ
26:36 Zij antwoordden: Stel hem en zijn broeder door goede woorden voor eenigen tijd uit, en zend mannen in de steden, die verzamelen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:37 يَأْتُوكَ بِكُلِّ سَحَّارٍ عَلِيمٍ
26:37 En tot u brengen alle behendige toovenaren. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:38 فَجُمِعَ ٱلسَّحَرَةُ لِمِيقَـٰتِ يَوْمٍ مَّعْلُومٍ
26:38 Zoo werden de toovenaren op een bepaalden tijd, op een plechtigen dag bijeenvergaderd. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:39 وَقِيلَ لِلنَّاسِ هَلْ أَنتُم مُّجْتَمِعُونَ
26:39 En tot het volk werd gezegd: Zijt gij bijeenvergaderd? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:40 لَعَلَّنَا نَتَّبِعُ ٱلسَّحَرَةَ إِن كَانُوا۟ هُمُ ٱلْغَـٰلِبِينَ
26:40 Ja, antwoordde het volk onder zich, en wij zullen de toovenaren volgen, indien zij de overwinning behalen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:41 فَلَمَّا جَآءَ ٱلسَّحَرَةُ قَالُوا۟ لِفِرْعَوْنَ أَئِنَّ لَنَا لَأَجْرًا إِن كُنَّا نَحْنُ ٱلْغَـٰلِبِينَ
26:41 Toen de toovenaars gekomen waren, zeiden zij tot Pharao: zullen wij zekerlijk eene belooning ontvangen, indien wij de overwinning behalen? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:42 قَالَ نَعَمْ وَإِنَّكُمْ إِذًا لَّمِنَ ٱلْمُقَرَّبِينَ
26:42 Hij antwoordde: Ja, en gij zult mijn persoon mogen naderen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:43 قَالَ لَهُم مُّوسَىٰٓ أَلْقُوا۟ مَآ أَنتُم مُّلْقُونَ
26:43 Mozes zeide tot hen: Werpt neder wat gij neder te werpen hebt. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:44 فَأَلْقَوْا۟ حِبَالَهُمْ وَعِصِيَّهُمْ وَقَالُوا۟ بِعِزَّةِ فِرْعَوْنَ إِنَّا لَنَحْنُ ٱلْغَـٰلِبُونَ
26:44 Daarop wierpen zij hunne koorden en hunne staven neer, en zeiden: Waarlijk, door de macht van Pharao zullen wij de overwinnaars zijn. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:45 فَأَلْقَىٰ مُوسَىٰ عَصَاهُ فَإِذَا هِىَ تَلْقَفُ مَا يَأْفِكُونَ
26:45 En Mozes wierp zijn staf neder, en ziet, de staf verzwolg wat zij valschelijk hadden uitgedacht. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:46 فَأُلْقِىَ ٱلسَّحَرَةُ سَـٰجِدِينَ
26:46 Daarop wierpen zich de toovenaars biddend neder - Salomo Keyzer (Dutch)

26:47 قَالُوٓا۟ ءَامَنَّا بِرَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:47 En zeiden: Wij gelooven in den Heer van alle schepselen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:48 رَبِّ مُوسَىٰ وَهَـٰرُونَ
26:48 De Heer van Mozes en Aäron. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:49 قَالَ ءَامَنتُمْ لَهُۥ قَبْلَ أَنْ ءَاذَنَ لَكُمْ ۖ إِنَّهُۥ لَكَبِيرُكُمُ ٱلَّذِى عَلَّمَكُمُ ٱلسِّحْرَ فَلَسَوْفَ تَعْلَمُونَ ۚ لَأُقَطِّعَنَّ أَيْدِيَكُمْ وَأَرْجُلَكُم مِّنْ خِلَـٰفٍ وَلَأُصَلِّبَنَّكُمْ أَجْمَعِينَ
26:49 Pharao zeide tot hen: Hebt gij in hem geloofd, voor ik u verlof heb gegeven? Waarlijk hij is uw hoofd, die u de tooverij heeft geleerd; maar later zult gij zeker mijne kracht kennen. Ik zal uwe handen en uwe voeten aan de tegenovergestelde zijden afsnijden, en ik zal u allen doen kruisigen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:50 قَالُوا۟ لَا ضَيْرَ ۖ إِنَّآ إِلَىٰ رَبِّنَا مُنقَلِبُونَ
26:50 Zij antwoorden: Dit zal geen nadeel voor ons zijn; want wij zullen tot onzen Heer terugkeeren. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:51 إِنَّا نَطْمَعُ أَن يَغْفِرَ لَنَا رَبُّنَا خَطَـٰيَـٰنَآ أَن كُنَّآ أَوَّلَ ٱلْمُؤْمِنِينَ
26:51 Wij hopen dat onze Heer ons onze zonden zal vergeven, ons die de eersten waren welke geoorloofd hebben. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:52 ۞ وَأَوْحَيْنَآ إِلَىٰ مُوسَىٰٓ أَنْ أَسْرِ بِعِبَادِىٓ إِنَّكُم مُّتَّبَعُونَ
26:52 En wij spraken door openbaring tot Mozes, zeggende: Trek voort met mijne dienaren, des nachts; want gij zult vervolgd worden. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:53 فَأَرْسَلَ فِرْعَوْنُ فِى ٱلْمَدَآئِنِ حَـٰشِرِينَ
26:53 En Pharao zond beambten in de steden om strijdkrachten te verzamelen - Salomo Keyzer (Dutch)

26:54 إِنَّ هَـٰٓؤُلَآءِ لَشِرْذِمَةٌ قَلِيلُونَ
26:54 Zeggende: Waarlijk de Israëlieten maken slechts eene kleine hoop volk uit. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:55 وَإِنَّهُمْ لَنَا لَغَآئِظُونَ
26:55 En zij zijn verwoed op ons. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:56 وَإِنَّا لَجَمِيعٌ حَـٰذِرُونَ
26:56 Maar wij vormen eene welvoorziene menigte. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:57 فَأَخْرَجْنَـٰهُم مِّن جَنَّـٰتٍ وَعُيُونٍ
26:57 Zoo deden wij hun hunne tuinen, hunne fonteinen, - Salomo Keyzer (Dutch)

26:58 وَكُنُوزٍ وَمَقَامٍ كَرِيمٍ
26:58 Hunne schatten en heerlijke woningen verlaten. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:59 كَذَٰلِكَ وَأَوْرَثْنَـٰهَا بَنِىٓ إِسْرَٰٓءِيلَ
26:59 Zoo deden wij, en wij deden die den kinderen Israëls erven. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:60 فَأَتْبَعُوهُم مُّشْرِقِينَ
26:60 En zij vervolgden hen bij het opgaan der zon. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:61 فَلَمَّا تَرَٰٓءَا ٱلْجَمْعَانِ قَالَ أَصْحَـٰبُ مُوسَىٰٓ إِنَّا لَمُدْرَكُونَ
26:61 En toen de beide legers in elkanders gezicht waren gekomen, zeiden de makkers van Mozes: Wij zullen zekerlijk worden overwonnen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:62 قَالَ كَلَّآ ۖ إِنَّ مَعِىَ رَبِّى سَيَهْدِينِ
26:62 Mozes antwoordde: Volstrekt niet: want mijn Heer is met mij; hij zal mij zekerlijk leiden. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:63 فَأَوْحَيْنَآ إِلَىٰ مُوسَىٰٓ أَنِ ٱضْرِب بِّعَصَاكَ ٱلْبَحْرَ ۖ فَٱنفَلَقَ فَكَانَ كُلُّ فِرْقٍ كَٱلطَّوْدِ ٱلْعَظِيمِ
26:63 En wij bevalen Mozes door openbaring, zeggende: Sla de zee met uwen staf. En toen hij haar had geslagen werd zij in twaalf afdeelingen verdeeld; ieder deel, dat een pad was, scheen een groote berg. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:64 وَأَزْلَفْنَا ثَمَّ ٱلْـَٔاخَرِينَ
26:64 En wij lieten de anderen naderen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:65 وَأَنجَيْنَا مُوسَىٰ وَمَن مَّعَهُۥٓ أَجْمَعِينَ
26:65 En wij bevrijdden Mozes en allen die met hem waren. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:66 ثُمَّ أَغْرَقْنَا ٱلْـَٔاخَرِينَ
26:66 Daarna verdronken wij de anderen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:67 إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَـَٔايَةً ۖ وَمَا كَانَ أَكْثَرُهُم مُّؤْمِنِينَ
26:67 Waarlijk daarin was een teeken; maar het grootste aantal hunner geloofden niet. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:68 وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلْعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
26:68 Waarlijk, uw Heer is de machtige en de barmhartige. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:69 وَٱتْلُ عَلَيْهِمْ نَبَأَ إِبْرَٰهِيمَ
26:69 En herinner hun de geschiedenis van Abraham. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:70 إِذْ قَالَ لِأَبِيهِ وَقَوْمِهِۦ مَا تَعْبُدُونَ
26:70 Toen hij tot zijnen vader en zijn volk zeide: Wat aanbidt gij? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:71 قَالُوا۟ نَعْبُدُ أَصْنَامًا فَنَظَلُّ لَهَا عَـٰكِفِينَ
26:71 Zij antwoordden: Wij aanbidden afgoden, en wij dienen deze alle dagen met standvastigheid. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:72 قَالَ هَلْ يَسْمَعُونَكُمْ إِذْ تَدْعُونَ
26:72 Abraham zeide: Hooren zij u als gij hen aanroept? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:73 أَوْ يَنفَعُونَكُمْ أَوْ يَضُرُّونَ
26:73 Of bevoordeelen, noch deren zij u? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:74 قَالُوا۟ بَلْ وَجَدْنَآ ءَابَآءَنَا كَذَٰلِكَ يَفْعَلُونَ
26:74 Zij antwoordden: Neen; maar wij zagen dat onze vaderen hetzelfde deden. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:75 قَالَ أَفَرَءَيْتُم مَّا كُنتُمْ تَعْبُدُونَ
26:75 Hij zeide: Wat denkt gij: De goden die gij aanbidt. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:76 أَنتُمْ وَءَابَآؤُكُمُ ٱلْأَقْدَمُونَ
26:76 En welke door uwe voorvaderen werden aangebeden. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:77 فَإِنَّهُمْ عَدُوٌّ لِّىٓ إِلَّا رَبَّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:77 Zijn mijne vijanden, behalve slechts de Heer van alle schepselen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:78 ٱلَّذِى خَلَقَنِى فَهُوَ يَهْدِينِ
26:78 Die mij heeft geschapen en mij op den rechten weg leidt. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:79 وَٱلَّذِى هُوَ يُطْعِمُنِى وَيَسْقِينِ
26:79 En die mij geeft te eten en te drinken; - Salomo Keyzer (Dutch)

26:80 وَإِذَا مَرِضْتُ فَهُوَ يَشْفِينِ
26:80 En die mij geneest als ik ziek ben; - Salomo Keyzer (Dutch)

26:81 وَٱلَّذِى يُمِيتُنِى ثُمَّ يُحْيِينِ
26:81 En die mij zal doen sterven en mij daarna tot het leven zal terugbrengen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:82 وَٱلَّذِىٓ أَطْمَعُ أَن يَغْفِرَ لِى خَطِيٓـَٔتِى يَوْمَ ٱلدِّينِ
26:82 En die, naar ik hoop, mij mijne zonden op den dag des oordeels zal vergeven. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:83 رَبِّ هَبْ لِى حُكْمًا وَأَلْحِقْنِى بِٱلصَّـٰلِحِينَ
26:83 O Heer! verleen mij wijsheid en vereenig mij met de rechtvaardigen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:84 وَٱجْعَل لِّى لِسَانَ صِدْقٍ فِى ٱلْـَٔاخِرِينَ
26:84 En geef, dat nog de laatste nakomelingschap met eer van mij spreke; - Salomo Keyzer (Dutch)

26:85 وَٱجْعَلْنِى مِن وَرَثَةِ جَنَّةِ ٱلنَّعِيمِ
26:85 En maak mij tot een erfgenaam van den tuin der heerlijkheid; - Salomo Keyzer (Dutch)

26:86 وَٱغْفِرْ لِأَبِىٓ إِنَّهُۥ كَانَ مِنَ ٱلضَّآلِّينَ
26:86 En vergeef mijn vader die tot de afdwalenden heeft behoord. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:87 وَلَا تُخْزِنِى يَوْمَ يُبْعَثُونَ
26:87 En bedek mij niet met schande op den dag der opstanding; - Salomo Keyzer (Dutch)

26:88 يَوْمَ لَا يَنفَعُ مَالٌ وَلَا بَنُونَ
26:88 Op den dag, waarop noch rijkdommen, noch kinderen van eenig voordeel zullen kunnen zijn. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:89 إِلَّا مَنْ أَتَى ٱللَّهَ بِقَلْبٍ سَلِيمٍ
26:89 Behalve voor hem, die met een oprecht hart tot God zal komen; - Salomo Keyzer (Dutch)

26:90 وَأُزْلِفَتِ ٱلْجَنَّةُ لِلْمُتَّقِينَ
26:90 Als het paradijs voor het gezicht der vromen gebracht zal worden. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:91 وَبُرِّزَتِ ٱلْجَحِيمُ لِلْغَاوِينَ
26:91 En de hel geheel zal verschijnen voor hen die gedwaald zullen hebben; - Salomo Keyzer (Dutch)

26:92 وَقِيلَ لَهُمْ أَيْنَ مَا كُنتُمْ تَعْبُدُونَ
26:92 En tot hen zal gezegd worden: Waar zijn uwe godheden, - Salomo Keyzer (Dutch)

26:93 مِن دُونِ ٱللَّهِ هَلْ يَنصُرُونَكُمْ أَوْ يَنتَصِرُونَ
26:93 Welke gij naast God dient? Zullen zij u van straf bevrijden, of zullen zij zich zelven bevrijden? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:94 فَكُبْكِبُوا۟ فِيهَا هُمْ وَٱلْغَاوُۥنَ
26:94 En zij zullen in de hel geworpen worden; zoowel zij, als diegenen, welke tot hunne aanbidding werden verleid, - Salomo Keyzer (Dutch)

26:95 وَجُنُودُ إِبْلِيسَ أَجْمَعُونَ
26:95 En het geheele heir van Eblis. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:96 قَالُوا۟ وَهُمْ فِيهَا يَخْتَصِمُونَ
26:96 De verleiden zullen daar met hunne valsche goden twisten, zeggende: - Salomo Keyzer (Dutch)

26:97 تَٱللَّهِ إِن كُنَّا لَفِى ضَلَـٰلٍ مُّبِينٍ
26:97 Bij God, wij verkeerden in eene duidelijke dwaling. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:98 إِذْ نُسَوِّيكُم بِرَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:98 Toen wij u met den Heer van alle schepselen gelijk stelden. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:99 وَمَآ أَضَلَّنَآ إِلَّا ٱلْمُجْرِمُونَ
26:99 De zondaren alleen hebben ons verleid. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:100 فَمَا لَنَا مِن شَـٰفِعِينَ
26:100 Thans hebben wij geene tusschentreders. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:101 وَلَا صَدِيقٍ حَمِيمٍ
26:101 Noch eenigen vriend die voor ons zorgt. i - Salomo Keyzer (Dutch)

26:102 فَلَوْ أَنَّ لَنَا كَرَّةً فَنَكُونَ مِنَ ٱلْمُؤْمِنِينَ
26:102 Indien het ons veroorloofd ware, nog slechts eenmaal in de wereld terug te keeren, zouden wij zekerlijk ware geloovigen worden. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:103 إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَـَٔايَةً ۖ وَمَا كَانَ أَكْثَرُهُم مُّؤْمِنِينَ
26:103 Waarlijk, hierin was een teeken; maar het grootste gedeelte hunner gelooven niet. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:104 وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلْعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
26:104 Uw Heer is de machtige, de barmhartige. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:105 كَذَّبَتْ قَوْمُ نُوحٍ ٱلْمُرْسَلِينَ
26:105 Het volk van Noach beschuldigde Gods zendingen van bedrog. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:106 إِذْ قَالَ لَهُمْ أَخُوهُمْ نُوحٌ أَلَا تَتَّقُونَ
26:106 Toen hun broeder Noach tot hen zeide: Wilt gij God niet vreezen? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:107 إِنِّى لَكُمْ رَسُولٌ أَمِينٌ
26:107 Waarlijk, ik ben een geloofbare boodschapper voor u. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:108 فَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
26:108 Vreest dus God en gehoorzaamt mij. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:109 وَمَآ أَسْـَٔلُكُمْ عَلَيْهِ مِنْ أَجْرٍ ۖ إِنْ أَجْرِىَ إِلَّا عَلَىٰ رَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:109 Ik vraag geene belooning van u voor mijne prediking tot u; ik verwacht mijne belooning slechts van den Heer van alle schepselen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:110 فَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
26:110 Vreest dus God en gehoorzaamt mij. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:111 ۞ قَالُوٓا۟ أَنُؤْمِنُ لَكَ وَٱتَّبَعَكَ ٱلْأَرْذَلُونَ
26:111 Zij antwoorden: Zullen wij u gelooven, die alleen door de laagsten uit het volk gevolgd wordt? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:112 قَالَ وَمَا عِلْمِى بِمَا كَانُوا۟ يَعْمَلُونَ
26:112 Noach zeide: Ik heb geene kennis van hetgeen zij deden. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:113 إِنْ حِسَابُهُمْ إِلَّا عَلَىٰ رَبِّى ۖ لَوْ تَشْعُرُونَ
26:113 Zij zijn mijn Heer alleen rekenschap verschuldigd; begreept gij dit slechts! - Salomo Keyzer (Dutch)

26:114 وَمَآ أَنَا۠ بِطَارِدِ ٱلْمُؤْمِنِينَ
26:114 Daarom zal ik de geloovigen niet verdrijven. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:115 إِنْ أَنَا۠ إِلَّا نَذِيرٌ مُّبِينٌ
26:115 Ik ben slechts een openbaar prediker. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:116 قَالُوا۟ لَئِن لَّمْ تَنتَهِ يَـٰنُوحُ لَتَكُونَنَّ مِنَ ٱلْمَرْجُومِينَ
26:116 Zij hernamen: Zekerlijk, o Noach! indien gij niet ophoudt op deze wijze te handelen zult gij gesteenigd worden. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:117 قَالَ رَبِّ إِنَّ قَوْمِى كَذَّبُونِ
26:117 Hij zeide: O Heer! waarlijk, mijn volk houdt mij voor een leugenaar. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:118 فَٱفْتَحْ بَيْنِى وَبَيْنَهُمْ فَتْحًا وَنَجِّنِى وَمَن مَّعِىَ مِنَ ٱلْمُؤْمِنِينَ
26:118 Richt dus in het openbaar tusschen mij en hen, en bevrijd mij en de ware geloovigen, die met mij zijn, - Salomo Keyzer (Dutch)

26:119 فَأَنجَيْنَـٰهُ وَمَن مَّعَهُۥ فِى ٱلْفُلْكِ ٱلْمَشْحُونِ
26:119 Daarom bevrijdden wij hem, en degenen, die met hem waren in de ark, met menschen en dieren gevuld. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:120 ثُمَّ أَغْرَقْنَا بَعْدُ ٱلْبَاقِينَ
26:120 En daarom verdronken wij de overigen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:121 إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَـَٔايَةً ۖ وَمَا كَانَ أَكْثَرُهُم مُّؤْمِنِينَ
26:121 Waarlijk, hierin was een teeken; maar het grootste deel hunner geloofde niet. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:122 وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلْعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
26:122 Uw Heer is de machtige, de barmhartige, - Salomo Keyzer (Dutch)

26:123 كَذَّبَتْ عَادٌ ٱلْمُرْسَلِينَ
26:123 De stam van Ad beschuldigde Gods boodschapper van logen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:124 إِذْ قَالَ لَهُمْ أَخُوهُمْ هُودٌ أَلَا تَتَّقُونَ
26:124 Toen hun broeder Hud tot hen zeide: Wilt gij God niet vreezen? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:125 إِنِّى لَكُمْ رَسُولٌ أَمِينٌ
26:125 Waarlijk, ik ben een geloofbaar boodschapper tot u. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:126 فَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
26:126 Vreest dus God en gehoorzaamt mij. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:127 وَمَآ أَسْـَٔلُكُمْ عَلَيْهِ مِنْ أَجْرٍ ۖ إِنْ أَجْرِىَ إِلَّا عَلَىٰ رَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:127 [ik vraag van u geenerlei belooning voor mijne prediking tot u; ik verwacht mijne belooning slechts van den Heer van alle schepselen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:128 أَتَبْنُونَ بِكُلِّ رِيعٍ ءَايَةً تَعْبَثُونَ
26:128 Bouwt gij een scheidspaal op iedere hoog gelegen plaats, om u te vermaken? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:129 وَتَتَّخِذُونَ مَصَانِعَ لَعَلَّكُمْ تَخْلُدُونَ
26:129 En richt gij prachtige werken op, in de hoop die eeuwig te bezitten? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:130 وَإِذَا بَطَشْتُم بَطَشْتُمْ جَبَّارِينَ
26:130 En als gij uwe macht uitoefent, oefent gij die met onbarmhartigheid en gestrengheid uit. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:131 فَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
26:131 Vreest God, door deze dingen te verlaten en gelooft mij]. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:132 وَٱتَّقُوا۟ ٱلَّذِىٓ أَمَدَّكُم بِمَا تَعْلَمُونَ
26:132 En vreest hem, die u datgene heeft geschonken, wat gij kent. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:133 أَمَدَّكُم بِأَنْعَـٰمٍ وَبَنِينَ
26:133 Hij heeft u vee geschonken en kinderen; - Salomo Keyzer (Dutch)

26:134 وَجَنَّـٰتٍ وَعُيُونٍ
26:134 En tuinen en fonteinen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:135 إِنِّىٓ أَخَافُ عَلَيْكُمْ عَذَابَ يَوْمٍ عَظِيمٍ
26:135 Waarlijk, ik vrees voor u de straf van een gestrengen dag. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:136 قَالُوا۟ سَوَآءٌ عَلَيْنَآ أَوَعَظْتَ أَمْ لَمْ تَكُن مِّنَ ٱلْوَٰعِظِينَ
26:136 Zij antwoordden: Het is ons gelijk, of gij ons al dan niet vermaant. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:137 إِنْ هَـٰذَآ إِلَّا خُلُقُ ٱلْأَوَّلِينَ
26:137 Wat gij ons predikt is slechts een verzinsel der ouden. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:138 وَمَا نَحْنُ بِمُعَذَّبِينَ
26:138 Nimmer zullen wij gestraft worden voor hetgeen wij hebben gedaan. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:139 فَكَذَّبُوهُ فَأَهْلَكْنَـٰهُمْ ۗ إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَـَٔايَةً ۖ وَمَا كَانَ أَكْثَرُهُم مُّؤْمِنِينَ
26:139 En zij beschuldigden hem van bedrog, en daarom verdelgden wij hen. Waarlijk, hierin was een teeken; maar het grootste deel hunner geloofde niet. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:140 وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلْعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
26:140 Uw Heer is de machtige, de barmhartige. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:141 كَذَّبَتْ ثَمُودُ ٱلْمُرْسَلِينَ
26:141 De stam van Thamoed beschuldigde Gods gezanten eveneens van leugen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:142 إِذْ قَالَ لَهُمْ أَخُوهُمْ صَـٰلِحٌ أَلَا تَتَّقُونَ
26:142 Toen hun broeder Saleh tot hen zeide: Wilt gij God niet vreezen? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:143 إِنِّى لَكُمْ رَسُولٌ أَمِينٌ
26:143 Waarlijk, ik ben een geloovig boodschapper voor u. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:144 فَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
26:144 Vreest dus God en gehoorzaamt mij. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:145 وَمَآ أَسْـَٔلُكُمْ عَلَيْهِ مِنْ أَجْرٍ ۖ إِنْ أَجْرِىَ إِلَّا عَلَىٰ رَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:145 Ik vraag geene belooning van u, voor mijne prediking tot u: ik verwacht mijne belooning van niemand anders dan van den Heer van alle schepselen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:146 أَتُتْرَكُونَ فِى مَا هَـٰهُنَآ ءَامِنِينَ
26:146 Zult gij altijd in het zekere bezit blijven van de dingen die hier zijn, - Salomo Keyzer (Dutch)

26:147 فِى جَنَّـٰتٍ وَعُيُونٍ
26:147 Waaronder tuinen en fonteinen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:148 وَزُرُوعٍ وَنَخْلٍ طَلْعُهَا هَضِيمٌ
26:148 En korenvelden en palmboomen, wier takken met bloemen zijn beladen? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:149 وَتَنْحِتُونَ مِنَ ٱلْجِبَالِ بُيُوتًا فَـٰرِهِينَ
26:149 En wilt gij voortgaan, u woningen uit de bergen te houwen, terwijl gij u onbeschaamd gedraagt? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:150 فَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
26:150 Vreest God en gehoorzaamt mij. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:151 وَلَا تُطِيعُوٓا۟ أَمْرَ ٱلْمُسْرِفِينَ
26:151 En gehoorzaamt niet het bevel der zondaren. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:152 ٱلَّذِينَ يُفْسِدُونَ فِى ٱلْأَرْضِ وَلَا يُصْلِحُونَ
26:152 Die snood op aarde handelen, en die zich niet verbeteren. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:153 قَالُوٓا۟ إِنَّمَآ أَنتَ مِنَ ٱلْمُسَحَّرِينَ
26:153 Zij antwoordden: Waarlijk, gij zijt bezeten. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:154 مَآ أَنتَ إِلَّا بَشَرٌ مِّثْلُنَا فَأْتِ بِـَٔايَةٍ إِن كُنتَ مِنَ ٱلصَّـٰدِقِينَ
26:154 Gij zijt slechts een mensch gelijk wij; toon ons een teeken indien gij de waarheid spreekt. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:155 قَالَ هَـٰذِهِۦ نَاقَةٌ لَّهَا شِرْبٌ وَلَكُمْ شِرْبُ يَوْمٍ مَّعْلُومٍ
26:155 Saleh zeide: Deze wijfjes-kameel zal u een teeken zijn, zij zal haar deel water hebben en gij zult beurtelings uw deel water hebben op een zekeren, voor u bepaalden dag. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:156 وَلَا تَمَسُّوهَا بِسُوٓءٍ فَيَأْخُذَكُمْ عَذَابُ يَوْمٍ عَظِيمٍ
26:156 En deer haar niet, opdat u de straf van een vreeselijken dag niet worde opgelegd. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:157 فَعَقَرُوهَا فَأَصْبَحُوا۟ نَـٰدِمِينَ
26:157 Maar zij doodden haar en berouwden hunne boosheid. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:158 فَأَخَذَهُمُ ٱلْعَذَابُ ۗ إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَـَٔايَةً ۖ وَمَا كَانَ أَكْثَرُهُم مُّؤْمِنِينَ
26:158 Want de straf, waarmede zij bedreigd waren geworden, overviel hen. Waarlijk, hierin was een teeken; maar het grootste deel van hen geloofde niet. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:159 وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلْعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
26:159 Uw Heer is de machtige, de genadige. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:160 كَذَّبَتْ قَوْمُ لُوطٍ ٱلْمُرْسَلِينَ
26:160 Het volk van Lot beschuldigde Gods boodschappers eveneens van bedrog. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:161 إِذْ قَالَ لَهُمْ أَخُوهُمْ لُوطٌ أَلَا تَتَّقُونَ
26:161 Toen hun broeder Lot tot hen zeide: Wilt gij God niet vreezen? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:162 إِنِّى لَكُمْ رَسُولٌ أَمِينٌ
26:162 Waarlijk, ik ben een geloofbaar boodschapper tot u. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:163 فَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
26:163 Vreest dus God en gehoorzaamt mij. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:164 وَمَآ أَسْـَٔلُكُمْ عَلَيْهِ مِنْ أَجْرٍ ۖ إِنْ أَجْرِىَ إِلَّا عَلَىٰ رَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:164 Ik vraag geene belooning van u, voor mijne prediking: Ik verwacht mijne belooning van geen ander dan van den Heer van alle schepselen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:165 أَتَأْتُونَ ٱلذُّكْرَانَ مِنَ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:165 Nadert gij de mannelijke wezens onder de menschen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:166 وَتَذَرُونَ مَا خَلَقَ لَكُمْ رَبُّكُم مِّنْ أَزْوَٰجِكُم ۚ بَلْ أَنتُمْ قَوْمٌ عَادُونَ
26:166 En verlaat gij uwe vrouwen, die uw Heer voor u heeft geschapen. Waarlijk, gij zijt zondaren. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:167 قَالُوا۟ لَئِن لَّمْ تَنتَهِ يَـٰلُوطُ لَتَكُونَنَّ مِنَ ٱلْمُخْرَجِينَ
26:167 Zij zeiden: Indien gij zoo voortgaat, o Lot! zult gij zekerlijk uit onze stad worden verdreven. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:168 قَالَ إِنِّى لِعَمَلِكُم مِّنَ ٱلْقَالِينَ
26:168 Hij zeide: Waarlijk, ik behoor tot hen, die uwe daden verfoeien. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:169 رَبِّ نَجِّنِى وَأَهْلِى مِمَّا يَعْمَلُونَ
26:169 O Heer! bevrijd mij en mijn gezin van hetgeen zij bedrijven. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:170 فَنَجَّيْنَـٰهُ وَأَهْلَهُۥٓ أَجْمَعِينَ
26:170 Daarom bevrijdden wij hem en zijn geheel gezin. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:171 إِلَّا عَجُوزًا فِى ٱلْغَـٰبِرِينَ
26:171 Behalve eene oude vrouw, zijnde zijne vrouw, die omkwam met hen die achtergebleven waren. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:172 ثُمَّ دَمَّرْنَا ٱلْـَٔاخَرِينَ
26:172 Daarna verdelgden wij de overigen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:173 وَأَمْطَرْنَا عَلَيْهِم مَّطَرًا ۖ فَسَآءَ مَطَرُ ٱلْمُنذَرِينَ
26:173 En wij deden eene bui van steenen op hen nederregenen, en vreeselijk was de regenbui die op degenen nederviel, welke te vergeefs waren gewaarschuwd. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:174 إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَـَٔايَةً ۖ وَمَا كَانَ أَكْثَرُهُم مُّؤْمِنِينَ
26:174 Waarlijk, hierin was een teeken; maar het grootste deel hunner geloofde niet. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:175 وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلْعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
26:175 Uw Heer is de machtige, de genadige. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:176 كَذَّبَ أَصْحَـٰبُ لْـَٔيْكَةِ ٱلْمُرْسَلِينَ
26:176 Ook de bewoners van het woud beschuldigden Gods gezanten van bedrog. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:177 إِذْ قَالَ لَهُمْ شُعَيْبٌ أَلَا تَتَّقُونَ
26:177 Toen Shoaib tot hen zeide: Wilt gij God niet vreezen? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:178 إِنِّى لَكُمْ رَسُولٌ أَمِينٌ
26:178 Waarlijk ik ben een geloovig boodschapper voor u. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:179 فَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ وَأَطِيعُونِ
26:179 Vreest dus God en gehoorzaamt mij. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:180 وَمَآ أَسْـَٔلُكُمْ عَلَيْهِ مِنْ أَجْرٍ ۖ إِنْ أَجْرِىَ إِلَّا عَلَىٰ رَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:180 Ik vraag geene belooning van u, voor mijne prediking; ik verwacht mijne belooning van niemand anders dan van den Heer van alle schepselen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:181 ۞ أَوْفُوا۟ ٱلْكَيْلَ وَلَا تَكُونُوا۟ مِنَ ٱلْمُخْسِرِينَ
26:181 Geeft juist gewicht en weest geene bedriegers. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:182 وَزِنُوا۟ بِٱلْقِسْطَاسِ ٱلْمُسْتَقِيمِ
26:182 En weegt met een gelijke weegschaal. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:183 وَلَا تَبْخَسُوا۟ ٱلنَّاسَ أَشْيَآءَهُمْ وَلَا تَعْثَوْا۟ فِى ٱلْأَرْضِ مُفْسِدِينَ
26:183 En vermindert niet wat den menschen toekomt; bedrijft geen geweld op aarde; en handelt niet slecht. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:184 وَٱتَّقُوا۟ ٱلَّذِى خَلَقَكُمْ وَٱلْجِبِلَّةَ ٱلْأَوَّلِينَ
26:184 En vreest hem die u en de vroegere geslachten heeft geschapen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:185 قَالُوٓا۟ إِنَّمَآ أَنتَ مِنَ ٱلْمُسَحَّرِينَ
26:185 Zij antwoordden: Waarlijk gij zijt bezeten. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:186 وَمَآ أَنتَ إِلَّا بَشَرٌ مِّثْلُنَا وَإِن نَّظُنُّكَ لَمِنَ ٱلْكَـٰذِبِينَ
26:186 Gij zijt niets meer dan een mensch gelijk wij en waarlijk, wij houden u voor een leugenaar. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:187 فَأَسْقِطْ عَلَيْنَا كِسَفًا مِّنَ ٱلسَّمَآءِ إِن كُنتَ مِنَ ٱلصَّـٰدِقِينَ
26:187 Doe thans een deel van den hemel op ons nedervallen, indien gij de Waarheid spreekt. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:188 قَالَ رَبِّىٓ أَعْلَمُ بِمَا تَعْمَلُونَ
26:188 Shoaib zeide. Mijn Heer weet het beste wat gij doet. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:189 فَكَذَّبُوهُ فَأَخَذَهُمْ عَذَابُ يَوْمِ ٱلظُّلَّةِ ۚ إِنَّهُۥ كَانَ عَذَابَ يَوْمٍ عَظِيمٍ
26:189 En zij beschuldigden hen van bedrog; daarom overviel hen de straf van den dag der schaduwgevende wolk, en dit was de straf van den vreeselijken dag. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:190 إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَـَٔايَةً ۖ وَمَا كَانَ أَكْثَرُهُم مُّؤْمِنِينَ
26:190 Waarlijk, hierin was een teeken; maar het grootste deel hunner geloofde niet. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:191 وَإِنَّ رَبَّكَ لَهُوَ ٱلْعَزِيزُ ٱلرَّحِيمُ
26:191 Uw Heer is de machtige, de barmhartige. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:192 وَإِنَّهُۥ لَتَنزِيلُ رَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ
26:192 Dit boek is zekerlijk eene openbaring van den Heer van alle schepselen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:193 نَزَلَ بِهِ ٱلرُّوحُ ٱلْأَمِينُ
26:193 Welke de getrouwe geest op uw hart heeft doen nederdalen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:194 عَلَىٰ قَلْبِكَ لِتَكُونَ مِنَ ٱلْمُنذِرِينَ
26:194 Opdat gij een prediker voor uw volk zoudt zijn, - Salomo Keyzer (Dutch)

26:195 بِلِسَانٍ عَرَبِىٍّ مُّبِينٍ
26:195 In de duidelijke Arabische taal. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:196 وَإِنَّهُۥ لَفِى زُبُرِ ٱلْأَوَّلِينَ
26:196 Waarvan de getuigenis door de schriften van vroegere tijden wordt geleverd. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:197 أَوَلَمْ يَكُن لَّهُمْ ءَايَةً أَن يَعْلَمَهُۥ عُلَمَـٰٓؤُا۟ بَنِىٓ إِسْرَٰٓءِيلَ
26:197 Was het geen teeken voor hen, dat de wijze mannen onder de kinderen Israëls die kenden? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:198 وَلَوْ نَزَّلْنَـٰهُ عَلَىٰ بَعْضِ ٱلْأَعْجَمِينَ
26:198 Hadden wij het aan een der vreemdelingen geopenbaard. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:199 فَقَرَأَهُۥ عَلَيْهِم مَّا كَانُوا۟ بِهِۦ مُؤْمِنِينَ
26:199 En hij zou het hun hebben voorgelezen, dan zouden zij daaraan niet hebben willen gelooven. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:200 كَذَٰلِكَ سَلَكْنَـٰهُ فِى قُلُوبِ ٱلْمُجْرِمِينَ
26:200 Zoo deden wij hardnekkig ongeloof in de harten der zondaren binnentreden. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:201 لَا يُؤْمِنُونَ بِهِۦ حَتَّىٰ يَرَوُا۟ ٱلْعَذَابَ ٱلْأَلِيمَ
26:201 Zij zullen daarin niet gelooven, dan nadat zij eene pijnlijke straf hebben gezien. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:202 فَيَأْتِيَهُم بَغْتَةً وَهُمْ لَا يَشْعُرُونَ
26:202 Deze zal plotseling over hen komen, en zij zullen deze niet voorzien. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:203 فَيَقُولُوا۟ هَلْ نَحْنُ مُنظَرُونَ
26:203 En zij zullen zeggen: zal ons uitstel worden verleend? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:204 أَفَبِعَذَابِنَا يَسْتَعْجِلُونَ
26:204 Verlangen zij dus dat onze straf zal worden verhaast? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:205 أَفَرَءَيْتَ إِن مَّتَّعْنَـٰهُمْ سِنِينَ
26:205 Wat denkt gij? Indien wij hun toestaan het voordeel van dit leven voor vele jaren te genieten. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:206 ثُمَّ جَآءَهُم مَّا كَانُوا۟ يُوعَدُونَ
26:206 En datgene, waarmede zij bedreigd werden, later over hen komt. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:207 مَآ أَغْنَىٰ عَنْهُم مَّا كَانُوا۟ يُمَتَّعُونَ
26:207 Wat zal het hen van voordeel zijn, wat zij hebben genoten? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:208 وَمَآ أَهْلَكْنَا مِن قَرْيَةٍ إِلَّا لَهَا مُنذِرُونَ
26:208 Wij hebben geene stad verwoest, dan nadat er vooraf gezanten waren heengezonden. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:209 ذِكْرَىٰ وَمَا كُنَّا ظَـٰلِمِينَ
26:209 Ten einde de bewoners daarvan te waarschuwen, ook behandelden wij hen niet onrechtvaardig. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:210 وَمَا تَنَزَّلَتْ بِهِ ٱلشَّيَـٰطِينُ
26:210 De duivelen daalden niet neder met den Koran, zooals de ongeloovigen voorgeven; - Salomo Keyzer (Dutch)

26:211 وَمَا يَنۢبَغِى لَهُمْ وَمَا يَسْتَطِيعُونَ
26:211 Dat komt niet overeen met hun doel; ook zijn zij niet in staat zulk een boek voort te brengen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:212 إِنَّهُمْ عَنِ ٱلسَّمْعِ لَمَعْزُولُونَ
26:212 Want zij zijn er ver van verwijderd, het gesprek der engelen in den hemel te hooren. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:213 فَلَا تَدْعُ مَعَ ٱللَّهِ إِلَـٰهًا ءَاخَرَ فَتَكُونَ مِنَ ٱلْمُعَذَّبِينَ
26:213 Roep geen anderen god met den waren God aan, opdat gij niet tot een van hen wordet, die ter straffe zijn gedoemd. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:214 وَأَنذِرْ عَشِيرَتَكَ ٱلْأَقْرَبِينَ
26:214 En vermaan uwe naaste betrekkingen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:215 وَٱخْفِضْ جَنَاحَكَ لِمَنِ ٱتَّبَعَكَ مِنَ ٱلْمُؤْمِنِينَ
26:215 En gedraag u met zachtmoedigheid omtrent de ware geloovigen die u volgen. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:216 فَإِنْ عَصَوْكَ فَقُلْ إِنِّى بَرِىٓءٌ مِّمَّا تَعْمَلُونَ
26:216 En indien zij ongehoorzaam omtrent u zijn, zeg dan: Waarlijk ik ben zuiver van hetgeen gij doet. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:217 وَتَوَكَّلْ عَلَى ٱلْعَزِيزِ ٱلرَّحِيمِ
26:217 En vertrouw in den machtigsten, den barmhartigsten God. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:218 ٱلَّذِى يَرَىٰكَ حِينَ تَقُومُ
26:218 Die u ziet als gij opstaat, - Salomo Keyzer (Dutch)

26:219 وَتَقَلُّبَكَ فِى ٱلسَّـٰجِدِينَ
26:219 En uw gedrag onder hen die aanbidden; - Salomo Keyzer (Dutch)

26:220 إِنَّهُۥ هُوَ ٱلسَّمِيعُ ٱلْعَلِيمُ
26:220 Want hij ziet en hoort alles. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:221 هَلْ أُنَبِّئُكُمْ عَلَىٰ مَن تَنَزَّلُ ٱلشَّيَـٰطِينُ
26:221 Zal ik u verklaren op wie de duivelen nederdalen? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:222 تَنَزَّلُ عَلَىٰ كُلِّ أَفَّاكٍ أَثِيمٍ
26:222 Zij dalen neder op iederen leugenachtigen en zondigen persoon. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:223 يُلْقُونَ ٱلسَّمْعَ وَأَكْثَرُهُمْ كَـٰذِبُونَ
26:223 Zij leeren wat gehoord is geworden, maar het grootste deel hunner zijn leugenaars. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:224 وَٱلشُّعَرَآءُ يَتَّبِعُهُمُ ٱلْغَاوُۥنَ
26:224 En zij die dwalen, volgen de stappen der dichters. - Salomo Keyzer (Dutch)

26:225 أَلَمْ تَرَ أَنَّهُمْ فِى كُلِّ وَادٍ يَهِيمُونَ
26:225 Ziet gij niet dat zij, als van hunne zinnen beroofd, door iedere vallei wandelen? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:226 وَأَنَّهُمْ يَقُولُونَ مَا لَا يَفْعَلُونَ
26:226 En dat zij zeggen, wat zij niet doen? - Salomo Keyzer (Dutch)

26:227 إِلَّا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّـٰلِحَـٰتِ وَذَكَرُوا۟ ٱللَّهَ كَثِيرًا وَٱنتَصَرُوا۟ مِنۢ بَعْدِ مَا ظُلِمُوا۟ ۗ وَسَيَعْلَمُ ٱلَّذِينَ ظَلَمُوٓا۟ أَىَّ مُنقَلَبٍ يَنقَلِبُونَ
26:227 Behalve zij die gelooven en goede werken doen en God dikwijls herdenken. En die zich zelven verdedigen, nadat zij onrechtvaardig zijn behandeld geworden; terwijl zij die onrechtvaardig handelen, hierna zullen weten, welke handeling zij te wachten hebben. - Salomo Keyzer (Dutch)