Selected

Original Text
Salomo Keyzer

Available Translations

66 At-Taĥrīm ٱلتَّحْرِيم

< Previous   12 Āyah   The Prohibtiion      Next >  

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ
In the name of Allah, Most Gracious, Most Merciful.

66:10 ضَرَبَ ٱللَّهُ مَثَلًا لِّلَّذِينَ كَفَرُوا۟ ٱمْرَأَتَ نُوحٍ وَٱمْرَأَتَ لُوطٍ ۖ كَانَتَا تَحْتَ عَبْدَيْنِ مِنْ عِبَادِنَا صَـٰلِحَيْنِ فَخَانَتَاهُمَا فَلَمْ يُغْنِيَا عَنْهُمَا مِنَ ٱللَّهِ شَيْـًٔا وَقِيلَ ٱدْخُلَا ٱلنَّارَ مَعَ ٱلدَّٰخِلِينَ
66:10 God stelt den ongeloovigen, als een voorbeeld, de vrouw van Noach en de vrouw van Lot voor; zij waren onder de heerschappij van twee onzer rechtvaardige dienaren, welke beiden door haar bedrogen werden. Daarom waren hare echtgenooten haar volstrekt niet van voordeel, voor het aangezicht van God, en er zal op den jongsten dag tot haar gezegd worden: Treedt het hellevuur binnen met hen die daar ingaan. - Salomo Keyzer (Dutch)