Selected

Original Text
Salomo Keyzer

Available Translations

46 Al-'Aĥqāf ٱلْأَحْقَاف

< Previous   35 Āyah   The Wind-Curved Sandhills      Next >  

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ
In the name of Allah, Most Gracious, Most Merciful.

46:17 وَٱلَّذِى قَالَ لِوَٰلِدَيْهِ أُفٍّ لَّكُمَآ أَتَعِدَانِنِىٓ أَنْ أُخْرَجَ وَقَدْ خَلَتِ ٱلْقُرُونُ مِن قَبْلِى وَهُمَا يَسْتَغِيثَانِ ٱللَّهَ وَيْلَكَ ءَامِنْ إِنَّ وَعْدَ ٱللَّهِ حَقٌّ فَيَقُولُ مَا هَـٰذَآ إِلَّآ أَسَـٰطِيرُ ٱلْأَوَّلِينَ
46:17 Hij die tot zijne ouders zegt: Foei! gij belooft mij, dat ik uit het graf opgeroepen en weder levend worden zal, nadat verscheiden geslachten voor mij voorbijgegaan zijn, en niemand van hen is teruggekeerd. Zijne ouders zullen Gods bijstand voor hem inroepen en tot hunnen zoon zeggen: Wee u! Geloof; want de belofte van God is waarheid. Maar hij zal antwoorden: Dit zijn slechts dwaze fabelen der ouden. - Salomo Keyzer (Dutch)