Selected

Original Text
Salomo Keyzer

Available Translations

12 Yūsuf يُوسُف

< Previous   111 Āyah   Joseph      Next >  

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ
In the name of Allah, Most Gracious, Most Merciful.

12:65 وَلَمَّا فَتَحُوا۟ مَتَـٰعَهُمْ وَجَدُوا۟ بِضَـٰعَتَهُمْ رُدَّتْ إِلَيْهِمْ ۖ قَالُوا۟ يَـٰٓأَبَانَا مَا نَبْغِى ۖ هَـٰذِهِۦ بِضَـٰعَتُنَا رُدَّتْ إِلَيْنَا ۖ وَنَمِيرُ أَهْلَنَا وَنَحْفَظُ أَخَانَا وَنَزْدَادُ كَيْلَ بَعِيرٍ ۖ ذَٰلِكَ كَيْلٌ يَسِيرٌ
12:65 En toen zij hunne zakken openden, vonden zij dat hun geld was teruggegeven, en zij zeiden: O vader! wat verlangen wij meer? Dit ons geld is ons teruggegeven; wij zullen dus wederkeeren en koren voor onze gezinnen koopen; wij zullen voor onzen broeder zorgen, en wij zullen een kameellast meer ontvangen dan den laatsten keer. Dit is eene kleine hoeveelheid. - Salomo Keyzer (Dutch)